- 5 -
De boerenleenbank staat er, het andere hopen wij dit jaar gebouwd te zien.
Nog net vóór 31 december 1962 kwam de vergunning om de land en tuinbouw
school uit te breiden - zij het nog pas telefonisch - af. Ik h^op dat gij
vandaag in Uw vergadering de nog nodige beslissingen zult toevoegen.
Sportterreinen in Bavel kwamen in 1962 in gebruik, voor Ulvenhcut begon
de aanleg. Mocht gij vandaag op het voorstel van Burgemeester en 'wet
houders gunstig beslissen, dan zullen de sportterreinen van Strijbeek en
Galder in 1963 in aanleg k)men.
Sn zo ziet gij, langzaam maar zeker maalt de molen der
gemeente onder Uw bestuur uoor .n nu valt reeds met zekerheid vast te
stellen dat over 5 jaren sport en cultuur, gezondheidszorg en verenigings
leven over een accomodatie zullen beschikken die er zijn mag en die lang
een droombeeld leek.
De riolering van Bavel werd in 1962 ondernomen en is
voltooid. Over de gemeente verspreid werden een 2500 m2 tegelbestrating
aangebracht. Ongeveer 5600 m2 wend.met klinkers bestraat en 3-000 m2 met
klinkers herbestraat. Dit alles geschiedde met betrekkelijk geringe
niddelen, waarmede weer eens wordt bevestigd Thorbecke's uitspraak, dat
de gemeenten vormen de ruggegraat van ons publiek bestel.
Tegenslagen bleven ons niet bespaard. De gasvoorziening
van Bavel kwam nog niet van of letterlijk in de grond. De superonrendabele
waterleiding-aansluitingen kwamen nog niet tot stand.
Factoren buiten ons vermogen hebben dit belet. De hoop gaat nu uit naar
1963, een vrijwel zekere kans voor waterleidingaansluitingen, een nog steeds
geringe kans voor het gas.
Geachte leden van de Raad,
kvenals vorige jaren stellen wij ons voor de voornaamste
rapporten der diensten als bijlage aan mijn inleiding toe te voegen. Up
die wijze krijgt gij op beknopte en dus overzichtelijke manier inzicht
op wat groeide onder Uw bi.stuur van jaar tot jaar-.
Wij gaan verder te samen werkend, ieder op zijn plaats
en ieder naar zijn taak, zolang God ons het leven geeft.
Wij kennen in onze Raad gelukkig geen politieke partijen en daarom knn
ik zonder gevaar voor onredelijke tegenspraak mijn rede besluiten met
de woorden:
Onze kleine maar dierbare gemeente, die wij dagelijks voor
ons zien, waar ons huis staat, waar onze kinderen spelen,
had in 1962 niet over Uw bestuur te klagen. Moge het in 1963
ook zo zijn.