Een verzoek van twee ingezetenen van onze gemeente om restitutie van gemaakte kosten omdat zij zelf genoemde aansluiting hebben doen plaats vinden, daartoe gedwongen door de toestand van het water, dat voor generlei consumptie, noch voor mens noch voor dier geschikt was, is in onze vorige vergadering aangehouden in afwachting op een uit te brengen rapport, dat de Raad nog niet bereikt heeft,, Daarom acht ik het niet noodzakelijk nu op deze materie terug te komen- De aanleg van de sportcomplexen nadert zijn voltooiing,. Het sportveld te Ravel is reeds in gebruik genomen, Ulvenhout zal ook niet lang meer op zich laten wachten, terwijl Galder/Strijbeek spoedig zal volg n„ Mijnheer de Voorzitter, hieruit blijkt weer eens, dat we een vooruitstrevend gemeentebestuur hebben maar dat we een zeer dure gemeente hebben. De speelterreinen voor de Bavelse en Ulvenhoutse jeugd kunnen aangelegd worden, ik hoop, dat Uw Kollege de mogelijke plannen die hieromtrent in Galder/Strijbeek leven even welwillend zal willen ontvangen. De opheffing van de lagere landbouwschool DE ROSKAM te Ulvenhout, in het kader van de sanering van landbouwscholen hebben wij betreurd. De motieven waarom het hoofd je bestuur van de N, C. B, dit gemeend heeft te moeten doen zijn aanvaardbaar, de manier waarop ze het ged.an hoeft komt mij minder elegant voor. Eon woord van waardering voor het vele werk door directeur en leraren in het belang van de Boerenstand in onze gemeente verricht is hier nogmaals op zijn plaats. Kant U Mijnheer de Voorzitter nadere mededelingen doen. hoe de stand van zaken is betreffende de bestemming van het gebouw En hoe staat het met de kosten gemaakt i. v. m„ de geplande uitbreiding. De financiële toestand van de gemeente is verre van rooskleurig. De Financiële Verhoudingswet 1960 wil de materie voor «en langere periode regelen, maar doet dit door een onverantwoordelijke beviozing van het aandeelpercentage in diverse Rijksbelastingen, waaruit zich het gemeentefonds vormt. Men krijgt hierdoor een situatie, welke voor de gemeente onhoudbaar wordt. De ontwikkeling op sociaal en cultureel terrein is voor een groot de, .1 van de lokale bestuursaktiviteit afhanke- gemeenterx lijk Het uitgave gebied /wordt omhoog gestuwd ook onder druk ven Regering en Par lement, terwijl de gemeenten afhankelijk blijven van een fondsuitkering, die daar mee geen gelijke tred houdt- Bij oen gunstig blijvende conjunctuur zal de op brengst van dc belastingen, waarvan naar ik meen 12,70 aan het Gemeentefonds ten goede komt, weliswaar stijgen maar relatief niet meer dan de kosten van de gemeenten Bij gelijkblijvende taak reeds stijgen uit hoofde van salarisvermeerdering enz. Druk wordt op de gemeenten uitgeoefend- zonder aanwijzing van de daarvoor benodigde middelen- voor afvalwaterzuivering, voor verbetering van wegen, voor sport en culturele voorzieningen. Van de gemeenten wordt verwacht dat zij gelden uitreikt voor de kunstzinnige vorming der jeugd enz. Stijgende kosten hebben de gemeenten met betrekking tot het jeugdwerk, de bibliotheek, wijkverpleging, schoolartscndienst, schooltandverzorging enz. Op vrijwel al deze terreinen dwingt het Rijksbeleid de- gemeenten eveneens tot het doen van uitgaven. Als wij de begroting van onze gemeente bekijken, dan is zij wel sluitend, maar tenkoste van een bel.stingverzwaring. Dat betreur ik in hoge mate, maar het is niet mogelijk het op een andere manier te verwezenlijken, want de bedragen in de begroting zijn wol zo scherp gesteld, dat men hiertoe wel over moest gaan. Men spreekt wel over Vorruiming van het gemeentelijk belastinggebied, maar is men daar mee wel uit de brand, de eerste jaren misschien wel, maar als we deze begroting bekijken, dan zien we dat uit het gemeentefonds zal worden ontvangen een bedrag van rond negen ton, terwijl de belastingopbrengst 63.896, 56 bedraagt, Een druppel op de gloeiende plaat,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 78