Het Onderwijs Mijnhe ;r de Voorzitter, dient een voortdurende zorg voor Uw Kollege en de Raad te zijn en blijven. Kr is in de afgelopen periode veel over deze materie gesproken ^n het laatste w.-ord zal nog niet gezegd zijn. Ik ben Uw Kollege dank baar voor de samenwerking in dezoE r is met betrekking tot artikel 101 van de Lager-onderwijswet iets bereikt, de schoolbesturen hebben een verhoging gekregen van 5, - - per leerling en het vergoedingsbedrag, is gebracht op 5,0,Met voldoening lues ik uit de begroting, dat het bedrag per leerling voor het V.G.L.O. opnieuw v-.rho ^gd is tot 75, Het bedrag vo >r 'het G.L.Ü. is gehandnuufd op 50,- -. Dat spijt me, maar het verbaast me niet. De scho>lbesturen kunnen U duidelijk aantonen, dat ze er niet nu. kunnen komen. U kunt ook aantonen, dat U er met de vergooding uit het gemeentefonds mot betrekking tot de uitkering van het lager-onderwijs niet uit kunt. Krachtens de Lager Onderwijswet 1920 artikel 101 vergoedt de gemeente aan de bij zondere scholen over elk dienstjaar de kosten van die scholen met uitzondering van de jaarwedden van de onderwijz. rs. Deze vergoeding wordt berekend over hot gemiddeld /lagere aantal leerlingen. In gemeenten waar geen openbaile/sfchool bestaat, wordt als maat staf genomen het bedrug por let rling, dat voldoende mo t worden geacht voor de f0 redelijke behoeften van een in normale omstandigheden verkerende school artikel 55 der wet ge^ft uitvoerig de kosten van het onderwijs aan. Het bedrag eer leerling dat de Raad vaststelt, moet dus worden bezien vanuit dit desideratum welke kosten moeten noodzakelijk worden gemaakt voor een goede gang van het onderwijs. Officieel mag de finaic-ille situatie waarin de gemeente verkeert geen rol spelen, wat strikt noodzakelijk is voor het onderwijs moet het schoolbestuur kunnen uitgeven. Het schoolbestuur is gebonden aan het bedrag per leerling, dat de Raad vaststelt, een bedrag dat in Prabant en Limburg lager ligt dan in do andere provincies. En aan gezien de vergoeding, welke het Rijk via het Gemeentefonds aan de gemeenten voor haar onderwijsuitgaven uitkeert, is gebaseerd op het landsgemiddelde per gemeente- groep krijgt onze gerne.'-nte bij een hoger bedrag per leeiling niet een evenredig hogere onderwijsuitkering en dus speelt de financiële positie van de gebeenten wel degelijk een rol. Aan Brabant en Limburg de taak dat landsgemiddelde omhoog te stuwen. Toch Mijnheer de Voorzitter, zie ik in de begroting allerlei posten opge voerd die hoger zijn geraamd dan het vorig jaar, omdat de kosten stijgen. Dit speelt echt bij het onderwijs ook. Ik heb gezocht naar de mogelijkheid om de ongeveer 4.000, die voor een op trekking van het bedrag tot 55, nodig zijn te vinden. Het zit er niet in. W Dat spijt me reusacntig, want één ding staat vast de besturen kunnen er met f 50, niet komen. Het belang van het onderwijs vraagt noodzakelijk om de zo broodnodige i voorzieningen. Ik zou hier lang over kunnen praten Mijnheer de Voorzitter waarom, ik zal het niet doen. Ik nodig U echter uit deze materie in ernstige studie te nemen.Laat U eens een rapport opstellen over deze kwestie, vraag daarvoor advies aan de inspecteur v;m het Lager Onderwijs, want de situatie, gezien^llet licht van de financiën van de gemeente wordt er niet beter op. En er zal toch iets gedaan moeten worden. Ik ben ervan ov-rtuigd, het verleden heeft ook wel uitgewezen, dat deze zaak ook bij Uw Kollege een hoge prioriteit geniet. Ook over de subsidies wordt altijd heel veel gesproken. Subsidie op basis van prestaties verdient m. i. de voorkeur. Ik acht het belangrijk, dat er verband tussen prestatie en subsidie wordt gelegd ook al omdat daardoor het particulier initiatief wordt bevorderd, ar wordt door allerlei landelijke organisaties een beroep op de gemeentekas gedaan. Beperking in d^ze is geboden. Hoe vreemd het misschien ook uit mijn mond moge klinken, ik ben er niet voor om zo maar direkt met een subsidie voor een onderwijsinstelling gere d te staan, omdat een leerling uit de gemeente die instelling bezoekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 80