- 16 - 1 Nadat de VG RZIT"'ER bevestigend heeft geantwoord op de vraag van de Heer VERMEERENdat eerst bij de Raad in beroep kan worden gekomen na. ontvangst van een aangetekende afwijzende beslissing van burgemeester en wethouders, vervolgt deze laatste Er is een spreekwoord dat zegt: wat GIJ niet wilt dat U geschiedt doe dat ook een ANDER' niet, en het alternatief zou kunnen luiden wat GIJ zoudt willen dat U geschiedt, doe dat ook aan een AMDER. Voorzover ik weet is het de 1ste maal in onze gemeente dat iemand in beroep komt bij de Raad, tegen een afwijzende beslissing van Burgemeester en Wethouders. Het is een verantwoordelijke taak voor de Raad. Ener zijds moet de ^aad rekening houden met de bepalingen van het vigerende uitbreidingsplan in hoofdzaken, anderzijds moet de Raad er op letten dat de rechten van een ander, altha.ns wanneer die rechten er zijn, niet geschaad worden. Mevrouw, Mijne Heren, ik denk dat vele van onze raads leden en misschien zelfs onze wethouders nog nooit kennis genomen hebben van die bepalingen en dan kan men mijnsinziens niet goed beoor delen of de beslissing van Burgemeester en Wethouders juist is ge©eest. Ik zou aan de Raad willen voorstellen om dit punt aan te houden. Dan krijgt ieder raadslid alsnog de gelegenheid om die bepalingen eens grondig te bestuderen en pas dan kan de Raad een goed gefungeerd oor deel uit spreken. Mijnheer de Voorzitter, ik heb die bepalingen van het thans nog geldende uitbreidingsplan in hoofdzaken grotendeels eens overgeschreven. Onder nr. 5 kan men lezen dat rnen THANS nog iets kan bouwen wanneer die mogelijkheid er Was, voor het thans geldende uitbreidingsplan tot stand kwam en m. i. WAS dat het geval. De VOORZITTER herhaalt hot met bedoelde interpretatie niet eens te zijn. Nadat is gebleken, dat niemand het voorstel tot aanhouding steuntvraagt de heer AARTS, gesteund door de heer VERME REN, stemming over het voor stel van Burgemeester en Wethouders. VOOR stemden J. L. Duijnstee, J. H. Geerts, E. P. de Krom - Deschepper, H. A. M. Oomen, J. J. van Riel, J. J. Rops, P. J. van Rijckevorsel en C, G. M, F. Schoenmakers. TEGEN stemden J. C. Verdaasdonk, M. Pijnen, P.C, Aarts, C. J. van Dun, en A. H, Vermeeren, Laatstgenoemde zei tegen te stemmen, omdat hij zich nu niet voldoende competent acht om een goed oordeel te vormen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is dus aangenomen. Hierna sluit de VOORZITER de vergadering met het voorgeschreven gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 november 1963. voorzitter secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 89