- if - Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9. VERZOEK VAN J. M. W. VAN GINNEKENG0UDBERG5EWEG 17 TE STRIJBEEK INZAKE HET BOUWEN VAN EEN WONING AAN DE MARKWEG De VOORZITTER geeft aan de hand van het uitbreidingsplan nadere toelichting en komt daarbij tot de conclussie, dat het verzoek moet worden afgewezen. Indertijd, onder wethouder Vermeeron, is de betrokken planologische bepaling overtreden door het verlenen van een bouwvergunning aan de heer Van Dun. Ook werd nadien foutief een bouwvergunning verleend aan de heer Roovers; als verzachtende omstandigheid geldt daarbij dat Burgemeester en Wethouders hadden voorgesteld de desbetreffende bepaling te herzien, doch dit kreeg geen instemming in Den Bosch, In het nieuwe uitbreidingsplan is daarom niet toegestaan aan de Markweg te bouwen. Spreker vervolgt, dat het gemeentebestuur zich hiermede niet gelukkig voelt en heeft er dan ook reeds een begin meegemaakt om in deze tot veranderingen te komen. De heer VAN RIEL zegt dankbaar te zijn voor deze toezegging en haalt daarbij de woorden aan van Ir. Margry, dat een uitbreidingsplan flexibel behoort te zijn. Verder geeft hij in overweging adressant te helpen door toepassing van artikel 20 der Wederopbouwwet De heer VERMEEREN kan niet inzien, dat onze planoloog voldoende op de hoogte is op het gebied van land- en tuinbouw. De heer SCHOENMAKERS vraagt, of het verzoek niet kan worden aange houden totdat Burgemeester en Wethouders in deze meer weten. De VOORZITTER, de vorige sprekers beantwoordend, zegt dat het ge meentebestuur ervoor zal vechten de juiste oplossing te verkrijgen; het wil zich echter daarbij houden aan de wet i. c. het uitbreidings plan; elk raadsbesluit van nu, dat daarmede in strijd zou zijn, zou ter vernietiging aan de Kroon moeten worden voorgedragen. De heer VERDAASDONK betwijfeltof de planologen wel voldoende het particulier initiatief kunnen bekijken en dit initiatief mag toch vooral de nek niet worden omgedraaid door te strak vast te houden aan wet en uitbreidingsplan. Hij verwijst in dit verband ook naar het voorwoord van de burgemeester in het boekje Gemeentehuis op eigen erf De VOORZITTER antwoordt hierop, dat een uitbreidingsplan zoveel mogelijk vrijheid moet laten, doch overigens moot daaraan worden vastgehouden Mede op verzoek van Mevr. DE KROM en de heer SCHOENMAKERS wordt besloten dit punt voor onbepaalde tijd aan te houden, in afwachting van de resultaten van een nadere studie in deze door het gemeentebestuur. 10DE BOUW VAN EEN NIEUWE JONGENSSCHOOL TE ULVENHOUT De VOORZITTER zegt Dit punt van de agenda vereist een ruime en duidelijke toelichting niet over de vraag of de school er komen moet, maar over de vraag waar de school het beste kan worden gevestigd. Het is van belang dat de Raad duidelijk inziet WAAROM het College meent dat de school dient te worden gebouwd op de Pennendijk en niet in het Markdal. Het is U bekend dat het schoolbestuur van mening is dat de school het best in het Markdal kan komen. Er is dus verschil van mening en wel tussen twéé instanties, die het beiden goed bedoelen, en die beiden - naar ik aanneem - niet uit prestige overwegingen handelen doch naar beste inzicht. Het is dus ook nodig, dat door mij duide lijk uiteen wordt gezet WAAROM het College aan de argumenten van - het -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 97