-6-
wordt, lijkt hem herziening van het gemeentelijk subsidie toch wel gewenst.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de gemeentelijke subsidies na de gelijkstel
ling van het openbaar en bijzonder middelbaar onderwijs eerst gehalveerd zijn,en
daarna opnieuw verminderd,Het middelbaar onderwijs heeft ook andere taken, waar
voor géén subsidie van het Rijk wordt genoten. Het Gemeentebestuur zal de kwestie
van deze subsidies echter nauwkeurig in het oog blijven houden.
De Heer AARTS informeert dan, hoe het komt dat voor het gymnastiekonderwijs te
Bavel een vergoeding wordt genoten van 3,-- per lesuur, terwijl voor Ulven-
hout een geheel andere huurvergoeding wordt toegekend.
De VOORZITTER geeft in antwoord hierop een uitvoerige uiteenzetting van de
rggeling, welke terzake door het Rijk is getroffen. Hij wijst op het belang van
voldoende gymnastiek-onderwijs in daartoe geschikte lokalen, en vermeldt hier -
bijdat het rapport van de Commssie Gemeenschapshuis Galder zelfs gewag maakt
van gymnastiekonderwijs voor de kleuterschool aldaar.
De gemeente heeft de sporthal te Ulvenhout bij de eigenaresse kunnen claimen voer
het gymnastiekonderwijs aan de Ulvenhoutsw scholen. Hier moeten tweeerlei ver
antwoordelijkheden onderscheiden worden die van de gemeente, om te zorgen voor
voldoende gelegenheden voor dit onderwijs en die van de schoolbesturen, om daad
werkelijk gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden.
De Heer AARTS heeft vernomen, dan van de sporthal gedurende minder uren gebruik
zal worden gemaakt, dan aanvankelijk voorzien was; hij vreest, dat dit de ge
meente - die garant is gebleven voor rente en aflossing van de lening voor de
sporthal - geld zal gaan kosten. De VOORZITTER meent, dat men dit toch anders
moet stellen de gelegenheid tot gymnastiekonderwijs mag niet beïnvloed worden
door financierings (rentebiliteits) - moeilijkheden. Overigens ziet hij de
situatie niet somber in, zeker niet, als straks het amusementscentrum van Breda
gereed is.
Op het laatste onderwerp inhakend, merkt de Heer VERMEEREN nog op, dat hij heden
morgen de Inspecteur van het Lager Onderwijs heeft opgebeld, alsmede de Consulent
voor de Lichamelijke Opvoeding. Hem is medegedeeld, dat er nog geen definitieve
instemming van de Inspecteur is, en hij betreurt het buitengewoon, dat Burge
meester en Wethouders op deze manier hebben meegewerkt aan de totstandkoming van
de sporthal; aangezien dit evenwel zijn laatste vergadering is, zal hij hier niet
nader op in gaan.
De VOORZITTER merkt in antwoord hierop op, dat de sporthal op een juiste en fat
soenlijke wijze is tot stand gekomen. De instemming van de Inspecteur moet worden
verleend aan het schoolbestuur, niet aan de gemeente. De gemeente heeft van het
schoolbestuur een afschrift gekregen van het terzake door de Inspecteur aan het
bestuur gerichte schrijven.
Hierna wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling van de begroting.
Niemand verlangt hierover verder het wpprd, zodat de begroting 1965 als volgt
wordt vastgesteld
2.365.985,32
2.565.985,32
saldo nihil
Gewone dienst totaal der inkomsten
totaal der uitgaven
Kapitaaldienst
totaal der inkomsten
totaal der uitgaven
saldo
6.^1^.271,01
7.251.766,09
837.^95,08
(nadelig)
Ook de begroting voor het gemeentelijk grondbedrijf wordt hierna Vastgesteld
conform het aangeboden ontwerp.
Hierna geeft de VOORZITTER nog in het algemeen een toelichting op de financiële
positie van de gemeente.
De gemeente heeft nl. slechts een zeer geringe bewegingsvrijheid in haar uit-