toen eindelijk positief werd, dat Nieuw-Ginneken op eigengrondgebied een ge meentehuis ging krijgen. Zeer juist, naar onze mening, werd dan ook op het boekje, dat bij deze gelegenheid is uitgegeven, tot titel gekozen "Een gemeen tehuis op eigen erf". Een feestdag was het dan ook, toen wij een paar weken geleden de koffers kon den pakken en overbrengen naar dit prachtige gebouw, al was het vermengd met weemoed, om dat monumentale en knusse raadhuis van voormalig Ginneken en Ba- vel te moeten verlaten. Dankbaar zijn wij jegens de vechters van het eerste uur met de toenmalige burgemeester Rouppe van der Voort aan het hoofd. Met grote erkentelijkheid zijn wij vervuld voor het taaie volhouden van hen, ondanks de allermoeilijkste omstandigheden, waarmede zij te kampen hadden: voor hun niet berusten totdat de vereiste vergunningen en financiële regelingen wa ren verkregen. Ook wil ik hier gaarne respect betuigen aan onze bestuurders voor de wijze waarop zij de bouw van dit nieuwe gemeentehuis hebben aangepakt en uitgevoerd. Voor hun juiste keuze van architecten en adviseurs: voor hun ruime blik ook de kunstenaar hierin te betrekken. En we mogen ons met hen gelukkig prijzen voor het lot, dat ons zulke goede aannemers en onder-aannemers heeft toegewezen. Dankbaar zijn wij ook voor de wijze, waarop ook de ambtenaren in dit grote werk zijn betrokken. Ja, het was één team, waarin bestuurders en ambtenaren, architecten, kunstenaars, aannemers en vaklieden samen werkten om iets mooi's en groots te presteren. En daarvoor is het ambtenarencorps in al zijn geledingen vandaag uiterst dankbaar gestemd. En, mevrouw en mijne heren, om onze dank en erkentelijkheid ook tastbaar uitte drukken, hebben wij ge meend onze gemeente te moeten aanbieden deze voorzittershamer. Bij eerste ho ren klinkt dit misschien wat vreemd, doch bij nader beschouwen zult U er allen van overtuigd zijn, dat deze hamer zo juist zal passen in de handen van de voorzitter, die in deze mooie vergaderzaal de besprekingen zal leiden. Wij zijn er ook van overtuigd, dat hij niet zal behoeven te worden gebruikt als de schoen van een bepaald staatsman, doch dat hij als een muziekinstrument de besprekingen zal begeleiden. Ik dank U. De voorzitter heropent de raadsvergadering en zegt: Mijnheer de Commissaris, ik mag U van harte dankzeggen voor Uw bereidwillig heid de ingebruikstelling van dit gebouw te hebben verricht, op de wijze waar op U dat deed. U hebt ons in herinnering gebracht de functie van onze gemeente. Ik kan mij daar zeer* goed in vinden; wij zijn een land- en tuinbouwgemeente wij vervullen een functie in bosbouw en recreatie en wij zijn woon- en leef- gemeenie. Die land- en tuinbouw levert ons moeilijkheden op, die overal in den lande ervaren worden; de bosbouw levert ons nagenoeg geen moeilijkheden op, want het bosbezit, dat onze gemeente kent is in beheer bij het Staatsbosbeheer, bij enkele adellijke families, die uitstekend verzorgd bos bezitten.Zelve heeft de gemeente daarbij geen taaie. De recreatie, ook op dit stuk past een voorzich tig beleid. Wat de woonfunctie betreft, dat is voor ons het eieren eten. Ik dacht ook bij mezelf, ik moet de Commissaris eens even voorhouden het resultaat van het onderzoek naar de gemiddelde woningbezetting in Nederland, in onze pro vincie en in onze gemeente in 19CO. Dat resultaat was, dat de gemiddelde wo ningbezetting van Nederland 4 was, in de provincie 4,75 en in onze gemeente 4,9. Als woongemeente schieten wij dus wel tekort in onze taak en ik hoop, dat het provinciaal bestuur daarvoor wel begrip zal hebhen, wanneer wij voor dit wel zijn van onze gemeente ons best doen in 1s-Hertogenbosch. Mijnheer de Commis saris, ik mag U hartelijk danken voor ket zeer mooie geschenk, dat U ons hebt aangeboden. V/ij zullen het een mooie plaats geven in dit nieuwe raadhuis. Mag ik U vragen, Mijnheer de Commissaris, ook heren Gedeputeerden hiervoor onze dank te betuigen. Tot de nestor van de Raad, de Heer Vermeeren, richt hij de volgende dankwoorden: De Heer Vermeeren heeft namens de raadsleden een kruisbeeld geoffreerd, dat door de raadsleden zelf is uitgezocht en betaald. Het is dus niet door de Raad, doch door de raadsleden geschonken. Hij dankt dan ook namens de gemeente de raadsleden voor deze bijzonder mooie gift. Ik breng namens de Raad ook dank aan de burgerij -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 12