Dit met voorbijgaan aan een ander echtpaar, dat dit predicaat en deze
attentie wel toekwamen. Hebben Burgemeester en Wethouders het gepasseerde
echtpaar op de een of andere v/ijze er van in kennis gesteld, dat zij deze
gang van zaken betreuren
ANTWOORD
Wanneer te bevoegder en juister plaatse de informaties waren ingewonnen,
dan zou zijn gebleken, dat hier van ten onrechte enz," geen sprake is.
Het eerste echtpaar, dat in het nieuwe raadhuis trouwde, is ook als zo
danig aangewezen. Dit blijkt uit het huwelijkregister en bovendien heeft
de betrokken ambtenaar in zijn toespraak aan het huwelijkspaar de atten
tie bewezen hen bedoeld predicaat mee te geven. Dat hij dit niet verge
zeld liet gaan van een of ander stoffelijk geschenk, mag hem niet euvel
worden geduid. De Raad noch het gemeentebestuur hebben dit van hem ver
langd.
Het tweede huwelijk werd voltrokken door een ander ambtenaar van de
burgerlijke stand. Daar dit het eerste huwelijk was, dat hij in de
prachtige trouwzaal van het nieuwe raadhuis, waarop hij buitengewoon
trots is, mocht voltrekken, heeft hij dit in zijn toespraak zeer duide
lijk laten uitkomen. Dat de pers dit niet juist heeft weergegevenmag
hem niet worden aangerekend.
Dat deze ambtenaar zijn extra speech wèl vergezeld liet gaan van een
persoonlijk stoffelijk geschenk - n.l. een kop en schotel - mag ook
hem niet euvel worden geduid.
De Raad noch het gemeentebestuur hebben zulks verboden, afgezien van de
vraag of zij daartoe bevoegd zouden zijn.
Over het passeren van een echtpaar is in het onderhavige geval geen
sprake en voorhet gemeentebestuur geen aanleiding de geschetste gang
van zaken te betreuren.
Wel betreuren Burgemeester en Wethouders, dat door pers en niet goed
geinformeerde personen over deze aangelegenheid op zodanige wijze is
geschreven en gesproken, dat de betrokken ambtenaren in een onjuist
licht zijn gesteld.
2k. BEDANKEN ALS LID VAN DE GEMEENTERAAD DOOR DE HE ^R C.G.M.F.SCHOENMAKERS
Toelichting
Onder verwijzing naar zijn schrijven in het agenda-dossier wordt mede
gedeeld, dat hem de daarin gevraagde gelegenheid tot het spreken van
een afscheidswoord zal worden verleend.
Nieuw - Ginneken, februari 196^.
De Burgemeester,
DrW, L. P. M. de Kort.