Vergadering van de Raad der gemeente Nieuw - Ginneken op
vrijdag, 28 februari 1964, om 19«30 uur.
Tegenwoordig alle leden van de Raad
P. C. AARTS, C. J. VAN DUN, J. L. DUIJNSTEE, J. H. GE3RTSE. P. DE
KROM - DESCHEPPER, H. A. M. OOMEN, M. PIJNEN, J. J. VAN RIEL, J. J.
ROPSP. J. VAN RIJCKEVORSELC. G. M. F. SCHOENMAKERS, J. C. VERDAAS
DONK en A. H. VERMEEREN
Voorzitter DrW. L, P, M. de Kort.
Secretaris G. M. van Zwol.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en zegt vervolgens
Mevrouw, Mijneheren,
Reeds op 4 januari mocht ik U, leden van de Raad te
samen met de toen aanwezige gasten, met een enkel woord een gezegend
en voorspoedig 1964 toe wensen. Het College van Burgemeester en Wet
houders stelt er prijs op nu, op onze februari bijeenkomst waaraan
geen bijzondere plechtigheid verbonden is, deze wens op wat uitvoeriger
wijze te herhalen. Mede namens de beide wethouders, de gemeentesecre
taris en ontvanger, en van alle dames en heren van secretarie en ge
meentewerken wens ik U een voorspoedig en heilzaam nieuw jaar toe.
Ongetwijfeld ben ik de tolk van U allen, als ik ook onze GEHELE BUR
GERIJ een jaar van welvaart en welzijn toe wens. Ik ben er van over
tuigd dat Gij allen, raadsleden, te samen met UW College van Burge
meester en Wethouders en het gehele gemeentepersoneel U wederom geheel
zult inzetten voor een goed bestuur van onze gemeente. De belangen van
het Nieuw - Ginnekens geheel, zowel als van de vier delen-Bavel-Galder
- Strijbeek - Ulvenhout - bleken in het verleden bij U in goede hand.
Het zal ook in de toekomst met Gods hulp zo zijn. Ik wil, gewoonte
getrouw, bij het verleden van 1963 even stil staan. Ik zal enkele
cijfers memoreren en daaraan enkele gedachten verbinden. Evenals het
vorige jaar zullen de overzichten door de hoofden van dienst aan het
College verstrekt, U weer als bijlagen der notulen van deze vergadering
worden toegezonden.
Uit onze gemeente vertrokken in 1963 naar elders
310 personen, er kwamen echter 342 nieuwe vestigingen, zodat er een
vestigingsoverschot was van 32 personen. Gij zult wellicht herinneren
dat ik bij de toelichting op het uitbreidingsplan van Bavel mijn waar
dering heb uitgesproken voor het realisme van het toen voorliggende
plan. Dat realisme lag ondermeer besloten in de beperktheid van het
plan, die in tegenstelling stond tot de fantastische ideeën, die ooit
opgeld hebben gedaan. Beter een te realiseren plan dan een ideaal,maar
niet te realiseren plan was toen - gelukkig - vrijwel ons aller mening.
Het plan is werkelijkheid geworden en met de realisatie is begonnen.
Wanneer je met die realisatie bezig bent krijg je natuurlijk een ver
wachting Zal t gaan of zal 't niet gaan De verwachting die het
College heeft is, dat het gaan zal. Dit houdt in dat het vestigings
overschot, door de uitvoering van dit plan versterkt, waarschijnlijk
in de eerstvolgende jaren voor onze gemeente zal toenemen. Toch zal de
groei van dat vestigingsoverschot in de verste verte niet wettigen -
althans voor onze gemeente- de planologische 'opvatting dat binnen 10
jaren te tellen vanaf 1960 de randgemeenten van Breda 50.000 personen
-moeten -