De heer VAN RIEL beaamt, dat men het te druk heeft en stelt daarom
voor de Wethouders weer in te schakelen, waarop de VOORZITTER ant
woordt, dat de wethouders het beleid mee voeren, doch hen kan niet
de uitvoering worden opgedragen.
Bij vraag 3 zegt de heer AARTS niet van plan- te zijn hierop diep in
te gaan. Er is misschien al te veel over gezegd en geschreven. Voor
het jonge paar V.d. Ouweland-van Dorst, dat helemaal geen schuld
treft, vindt hij het jammer.Om dit te verzachten stelt hij voor
aan dit paar alsnog 100,-- beschikbaar te stellen.
De VOORZITTER antwoordt, dat het mogelijk geweest zou zijn, dat het
Gemeentebestuur besloten had een geschenkje aan te bieden, evenals
dat wel gebeurt bij de zoveel duizendste inwoner. Dit is niet ge
beurt, omdat het nog al dikwijls verkeerd uitvalt. Ook de Gemeente
raad heeft dit niet nodig gevonden.
Overigens zou nog een uitvoerig antwoord kunnen worden gegeven, doch
spreker is van mening, dat het enige juiste antwoord is Niet
verder op ingaan1'
Hij ontraadt ook thans nog iets beschikbaar te stellen en stelt voor
de discussies te staken.
Niemand verzet zich 'daartegen,
BEDANKEN ALS LID VAN DE GEMEENTERAAD DOOR DE HEER C.G.M.F. SCHOEN
MAKERS
De VOORZITTER zegt
Nu wij aan het einde van onze agenda zijn gekomen rest ons de taak
afscheid te nemen van collega Schoenmakers, die zich verplicht ziet
het lidmaatschap van onze Raad vaarwel te zeggen.
Ik ben niet voor doodsbidder in de wieggelegd en niet als zuurpruim
opgegroeid en ik zal dus de realistische erkenning van het relatieve
van dit afscheid niet uit het oog verliezen. Maar toch zou ik van
mijn hart een smoorkuil maken als ik mijn grondige spijt over het
heengaan van de heer Schoenmakers niet uitsprak. En ik doe dat mede
namens de wethouders, secretaris en personeel, Ik ben er van over
tuigd dat de gehele Raad dit gevoelen deelt.
De heer Schoenmakers gaat heen als een voorbeeld van het feit dat de
leefbaarheid van de stad voor onderwijzers groter is dan die van het
platteland.
Zijn vertrek uit onze gemeente past dus - mirabile dictu - Zelfs
in mijn openingsspeech waarin ik het leefbaarheidsprobleem van het
platteland heb aangesneden. Was de promotie van de heer Schoenmakers
een op zich zelf staand geval dan zou het natuurlijk niet in het
kader van mijn openingsspeech passen. Maar het vertrek van de heer
Schoenmakers is een illustratie te meer van het feit dat het werk
op het platteland voor een flinke jonge onderwijzer meer nadelen
dan voordelen telt in verhouding tot het werk in de stad. Dit al
gemeen verschijnsel betreur ik en het ware te wensen dat de Over
heid meer belangstelling zou gaan vertonen met name voor de hoofden
der scholen op het platteland.
Ik moet zeggen dat dit gemis aan belangstelling mij zelfs meer aan
spreekt dan het verlies van een onzer beste krachten in onze ge
meente en een onzgr beste raadsleden in de Raad,
Maar natuurlijk dat laatste betreur ik.
De heer Schoenmakers was een waardevol bezit voor Bavel en niet
alleen hij, maar ook zijn vrouw en voorbeeldig gezin. Collega
Schoenmakers was een onzer beste raadsleden. Met dit laatste ootdeel
vlei ik niet, ik spreek slechts uit wat we allen weten.
Burgemeester en Wethouders hebben voor 1963 alvast nog snel voor-
-ge-