beleven.
Ik dank de burgerij en alle genodigden voor het genoegen door hun aanwezigheid
ons gedaan.
Mevrouw en Mijne Heren,
Nu richt ik nog graag een bijzonder woord van welkom en dank aan alle
directe en indirecte medewerkers aan de bouw van dit gemeentehuis.
Het zijn - en nu moet ik zo af en toe wel namen noemen - het zijn Ir.Alphons
Siebers, de bouwmeester, met Mevrouw Siebers, met zijn advizews en naaste me
dewerkers. Het is de binnenhuisarchitect Toon Brouwers, die het zo practische
en tevens stijlvolle meubilair en interieur verzorgde. Hij deed het samen met
zijn vader hier aanwezig, wiens meubelmakerskunst ik cum laude memoreer.
Het is de kunstenaar Lambert Simon. Hij maakte de grote glas- en betonramen in
de hal en het mozaïk, waarover ik slechts aanduidens spreken kan, want zij moet
nog onthuld worden en zelfs nog worden aangeboden. Het is de kunstenaar Niel
Steenbergen, die er in slaagde het gemeentewapen, dat aan de buitengevel van het
gebouw, in brons het karakter van dit bouwwerk specificeert, in een kunstwerk
te vatten.
Het zijn de hoofdaannemer, de Gebroeders Blom, die met hun tien onderaannemers
van de toren tot en met de kelder uitstekend werk leverden. Ik stel er prije op
te verklaren, dat de diepe erkentelijkheid van de Raad en zijn voorzitter en de
hele burgerij, uitgaat naar de visie, naar de kunst, naar de techniek, naar het
ambachtswerk en vooral naar aller grote toewijding, die zij aan dit gebouw
ten grondslag legdg»u
Een apart woord van hulde en dank aan de Ir.Siebers, de bouwmeester mag, maar
ook kan in mijn betoog niet ontbreken.
Toen het College van Burgemeester en Wethouders op verzoek van de Raad in de
cember 1960 de bijzondere zorg voor de bouw van het nieuwe raadhuis op zich
nam, kwam meteen de eerste tegenvaller. Be architect Siebers deelde mede, dat
hij om diverse en als juist te erkennen redenen het oude raadhuisplan niet kon
handhaven en een geheel nieuw plan moest opbrengen. Ik heb toen Ir.Siebers het
voorstel gedaan indien gij binnen de zes weken levert het nieuwe schetsplan
en de globale kostenraming, neemt het College op zich binnen de zes weken
daarna de rijksgoedkeuring en de globale financiering door bijdragen van Rijk
en Breda te voorzien. Ik herinner mij nog de twijfel die doorbrak in de ogen
van de Heer Siebers. Hij wist niet dat deze taak van het College - na achttien
jaar wachten en het meezitten van het ogenblik - gemakkelijker was dan wat hij
te doen kreeg. Maar boven die twijfel leefde blijkbaar het verlangen van de
bouwmeester, die zich geroepen voelde voor Nieuw-Ginnekenzijn gemeente, een
raadhuis te bouwen.
Hij nam de uitdaging aan en wij hebben ons allen aan de gestelde termijnen ge
houden. Het College heeft uiteraard het lokalenplan moeten vaststellen, wat met
name ten aanzien van het archief nogal studie vroeg. Voorts heeft het College
de architect, en dit welbewust, gegeven: de vrijheid. Als een cerberus heeft
het college de begrotingsposten moeten bewaken, maar heeft het de architect, de
kunstenaar, zijn gang laten gaan. Om geen misverstand te wekken, moet ik er nu
wel bijzeggen, en ik moet dat wel, want de Commissaris der Koningin is in one
midden, dat de veelkoppige hellehond der begroting, de budgettaire Cerberus
weliswaar nimmer door Orpheus is versch^kt^maar dat - zij het op bescheiden
wijze - Heracles hem wel een paar keertjes Gedwongen. Wat er van zij, het
Raadhuis dat hier staat is ten voete uit de schepping van Ir.Siebers. Verwonder
lijk is de harmonie die het Raadhuis vormt, enerzijds met het statige Ulven—
houtse bos en anderzijds met de entree van het nieuwe vriendelijke dorp.
Maar laat ik niet pogen in zoete woorden te beschrijven wat wij allen zien.
Laat ik mij liever refereren, met een kleine variatie, aan de woorden van Guy
de Maupassant :"I1 n'y a que les imbeciles qui n'en soient pas gourmands".
Vrij en vriendelijk vertaald betekent dit Het zijn dommeriken, die van deze
schoonheid niet zoveel mogelijk genieten.
En zo hoop ik, dat van dit gemeentehuis genieten zullen: de ambtenaren en be
ambten, die er in werken, en zij zijn het waard, want wij hebben een goed en
toegewijd corps;
- de Raad -