KORTE AANTEKENINGEN NAVERGADERING GEMEENTERAAD OP 20 MAART 196^
1. De VOORZITTER deelt mede, dat 5 raadsleden zich gewend hebben tot
Gedeputsunrde Staten inzake raadsbesluit garantieverlening geldlening
stichting Ulvenhouts Welzijn".
Hij voegt hieraan toe, wanneer een voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt afgewezen dan leggen zij zich daarbij neer. Dat is
goed democratisch. Omgekeerd wordt dit eveneens verwacht. Een minder
heid behoort zich bij de meerderheid neer te leggen.
Dit alles - goed verstaan - als er geen strijd met de wet is.
De heer VERMEEREN is het hiermede eens. Doch dan hoort daarbij open
heid van zaken, en dat ontbrak juist in het onderhavige geval.
Dit laatste ontkent de VOORZITTER, Op de raadsvergadering zijn de
cijfers wel degelijk genoemd en toegelisht.
De heer DUIJNSTEE ziet dit beroep wel een beetje als een motie van
wantrouwen tegen de voorstemmers, waarop de heer VERME REN antwoordt,
dat dit ook het geval is.
De heer AARTS beweert eveneens, dat de Raad er te veel buiten gehouden
is, waarop de VDOR .TER antwoordt, dat de Raad alles had kunnen vragen
Thans gaat het er echter om, dat het te betreuren is, dat een minder
heid zich niet bij de meerderheid neerlegt. Daarmede doet men zich-
2.zelf en de waardigheid van het gezag tekort. Op een vraag van de heer
VERME ]RSN over het onderhouden van de waterlopen zeggen de VOORZIT
TER en wethouder OOMEN, dat hiervoor spoedig een voorstel aan de Raad
zal worden gedaan. Spoedshalve is de Heidemaatschappij deze week al
3.begonnen. De heer VAN RIEL wijst erop, dat ook in Bavel de toestand
van het postkantoor verbetering behoeft, waarop de VOORZITTER aan
dacht toezegt.
4.De heer ROPS informeert naar de brandputten, waarop wethouder OOMEN
mededeelt, dat deze de aandacht blijven houden van het gemeentebe
stuur. Het is de bedoeling ze zo snel mogelijk te dichten,
5.Mevrouw DE KROM geeft in overweging om bij de nieuwjaarsrede van de
Burgemeester ook de echtgenoten van de raadsleden, ambtenaren en mis
schien ook anderen uit te nodigen, zoals ook wel eens elders gebeurt.
6.Mevrouw DE KROM en de heren OOMEN en VERDAASDONK discussiëren over
mest op de plantsoenen. Men komt tot de conclusie dat het niet fraai
is maar toch goed.
7.De heer SCHOENMAKERS vraagt aandacht voor de onderwijsbelangenBin-
rpnkort verschijnt een studie over de groei van artikel 101 der Lager-
Onderwijswet 1920.
8.De heer VAN DUN bepleit het ineens afbouwen van het voetbalclublo
kaal te Galder, waarop de heer OOMEN mededeelt, dat hiertegen wel
geen bezwaar zal bestaan, als het maximaal bedrag maar niet wordt
overschreden.
9.De heer VERDAASDONK is met vier andere raadsleden als ondemocraten
weggezet. Hij zou daarop alsnog willen zeggen, dat alle stelsels kun
nen ontaarden.; ook de democratie. Als men rotsvast ervan overtuigd
is, het bij het goede eind te hebben, dan zou het van slapheid ge
tuigen als men niet doors-et, De VOORZITTER antwoordt, dat dit stand
punt regelrecht naar de dictatuur voert. Men gelooft ad-leen in zijn
eigen mening. Het wezen van de democratie is juist het zich neerleg
gen bij de meerderheid,
10.De heer VAN RIJCKEVORSEL vraagt, of de verdeling van de woningwetwo
ningen nog altijd door Burgemeester en Wethouders geschiedt. Aan één
persoon zouden zelfs twee woningen zijn toegezegd. De VOORZITTER ant
woordt hierop, dat dit inderdaad zo is. Het betreft hier Arts van
Loenhout. Een on ander is geschied in overleg met de bouwvereniging.
- Men -