Verder vraagt hij of nog iemand uit de Raad het woord verlangt.
De Heer Vermeeren zegt dan:
Ruim tien jaar is het geleden, dat begonnen werd met de voorbereidingen voor de
bouw van dit nieuwe gemeentehuis. Uw voorganger, de Heer Rouppe van der Voort,
heeft met inzet van al zijn krachten daar voor geijverd, maar het is hem niet
gelukt tijdens zijn ambtsperiode alhier dit plan te verwezenlijken. Er is een
spreekwoord dat zegt, dat al wie het dichtst bij het vuur zit zich het beste
warmt en U zat nogal dicht bij het vuur en dat is misschien wel een van de oor
zaken geweest, dat niet lang nadat U hier burgemeester was de vergunning af
kwam dat met de bouw kon worden begonnen.En nu vandaag is het zover dat ons
nieuwe gemeentehuis door de Commissaris der Koningin, Zijne Excellentie Mr.Rr.
Kortmann officieel is geopend.
Mijnheer de Voorzitter, ik geloof dat er, niet alleen voor het gemeentebestuur
of de ambtenaren, maar voor alle ingezetenen een reden is om blij te zijn dat
we een eigen gemeentehuis hebben. Voor ieder, aie hier zijn werk moet verrichten
zal het werken veel prettiger zijn dan in het oude gemeentehuis. Ook voor de
raadsleden zal dat het geval zijn en voor velen van ons zal de afstand korter
worden om naar het gemeentehuis te komen en de service die ons hier geboden
zal worden zal veel beter zijn dan in het oude geval. Het gemeentehuis staat
nu veel meer centraal in onze gemeente, wat voor iedere ingezetene alleen maar
gemak kan betekenen. Nu het nieuwe gemeentehuis voor allen veel korter bij is
zou dat misschien aanleiding kunnenzijn voor het publiek om de openbare raads
vergaderingen bij te wonen, wat voor ons, raadsleden, een stimulans zou zijn om
de ons opgedragen taak naar behoren te vervullen. Ik meen te mogen zeggen dat
we een prachtig gemeentehuis hebben en dat velen ons zullen benijden om dit
bezit.
Mijnheer de Voorzitter, zojuist hebt U onze eerste openbare raadsvergadering in
dit nieuwe raadhuis geopend. Ik zou zeggen: een feestelijke gebeurtenis. Bij
feestelijke gelegenheden is het gebruikelijk dat er cadeaus worden aangeboden.
De Raad heeft besloten om het gemeentebestuur bij deze gelegenheid een kruis
beeld als geschenk aan te bieden om op te hangen in de Raadszaal. Mijnheer de
Voorzitter het is geen duur geschenk en de ku nstwaarde ken ik niet, maar voor
ons kan het kruisbeeld toch wel iets betekenen. Enkele dagen geleden hebben wij
het Kerstfeest gevierd. Als ze ons, gelovige Christenen, zouden vragent "Wat
denkt U van het Kerstfeest of: "Wat zegt U het Kerstfeest?", dan zouden wij
antwoorden dat wij met dat feest als het ware geconfronteerd worden met het
voor ons onbegrijpelijke mysterie, dat Gods zoon voor ons de menselijke natuur
heeft willen aannemen en uit liefde voor ons die smadelijke en pijnlijke kruis
dood heeft willen ondergaan om voor ons de mogelijkheid te scheppen weer kin
deren Gods te kunnen worden. Ja, Hij heeft een grote liefde voor ons gehad, een.
liefde die om wederliefde vraagt.
Mijnheer de Voorzitter. Een jaar of vier, vijf geleden kreeg ik van het Pro
vinciaal Üpbouworgaan een uitnodiging om een vergadering bij te wonen, uitge
schreven door dat üpbouworgaan. Er waren verschillende sprekersdie ieder voor
zich een eigentijds probleem behandelden.
Burgemeester Alberts had het over de problemen van de noodgebieden,
Burgemeester Pop besprak de woningnoodproblemen, Dokter Mol releveerde de pro
blemen rond de gezondheidszorg en twee katholieke geestelijken en een dominee
hadden het over de z^Lzorgproblemen van deze tijd. Er was nog een spreker,
zijn naam herinner ik niet meer, en die sprak over het probleem: de mens. Op
een gegeven ogenblik zei die spreker, dat achter iedere planning de mens staat,
en dat naast die mens een andere mens staat een evenmens. Mijnheer de Voor
zitter, ik geloof dat die spreker het grootste probleem aanroerde van deze
tijd. Wanneer wij een blik slaan op een kruisbeeld dan herinneren wij ons weer
de grote liefde van Hem die op het kruishout uit liefde voor de mens heeft
willen sterven en dan zullen wij ons ook herinneren dat Hij gezegd heeft dat
wij onze evennaaste moeten beminnen als ons zelf. Wanneer dat de eeuwen door
gebeurd was, dan zou de wereld er thans heel anders uit zien.
Mijnheer de Voorzitter, in dit nieuwe gemeentehuis zullen ook wel eens
- plannen -