- 3 -
- 4 -
"^3. STARTSUBSIDIE 1964 TEN BEHOI
KINDEREN TE BREDA
VAN CONSULTATIEBUREAU GEHANDICAPTE
In aansluiting op hetgeen op de agenda is vermeld, merkt de VOOR
ZITTER nog op, dat Burgemeester en Wethouders willen voorstellen in
de toekomst (vanaf 1 januari 1964-), geen bijdrage meer te vorderen
van ouders, die kinderen hebben op een b.l.o-school deze ouders
zijn immers toch reeds zwaar getroffen.
De Raad kan zich vri.nTrrnu.u-in-t-m met het voorgestelde startsubsidie,
zonder beraadslaging .of hopfdelijke stemnng verenigen/^
14. GARANTIESUBSIDIE STICHTING SCHOOL MUZISCHE VORMING INZAKE OPVOERING
KINDER-OPERETTE
De VOORZITTER merkt op, dat de school voor muzische vorming zich
zeer gunstig ontwikkelt, Ze telt momenteel 320 leden.
Bedoelde operette is in de Stadsschouwburg te Tilburg opgevoerd
ze is werkelijk de moeite waard.
Wegens het nauwe verband met het volgende agendapunt, wil de VOOR
ZITTER hier tevens aan de orde stellen agendapunt 15
15SUBSIDIE STICHTING SCHOOL MUZISCHE VORMING ALS VORMINGSINSTITUUT
De VOORZITTER onderstreept, dat diverse gemeenten dergelijke in
stituten op zeer ruime schaal subsidiëren. Eindhoven b.v. heeft
een pracht van een dergelijk Instituut, maar keert dan ook aan
subsidie ongeveer 75,000,-- uit. Ook de gemeente Etten en Leur
heeft een goede school, met een subsidie van circa 35«000,--.
Het subsidie, dat de school te Nieuw-Ginneken ontvangt, alleen van
het Comité De Schakel, 1.500,- per jaar, steekt hier schril bij
af
De VOORZITTER meent daarom, dat het gevraagde subsidie (maximum
2.298,40 zeker gemotiveerd is.
Op eon vraag van de Heer DUIJNSTEE, hoe het zit met de twee direc
teuren, die de school heeft, antwoordt de VOORZITTER, dat er een
artistiek directeur, en een algemeen directeur is; misschien zou
combinatie inderdaad beter zijn.
Hierna krijgt de Heer VERMEGREN het woord. Hij spreekt als volgt
Mijnheer de Voorzitter,
Toen op de openbare vergadering van de Raad van 30 december 1963
de Heer Schoenmakers een poging deed om de vergoeding per leerling
verhoogd te krijgen, hebt U gezegd, dat het de begroting voorals
nog niet toeliet, maar ala de Raad het besluit nam om het toch
te doen, dat het dan aan de Raad was die de middelen moest aan-
wijzen om het tekort te dekken, waarmede ik me tot zekere hoogte
wel kan verenigen. Nog niet lang geleden heeft de Raad een voor
stel van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd de straatbelasting
te verhogen. Die verhoging is natuurlijk nodig geweest om de be
groting sluitend te maken. De meesten van ons hebben er misschien
niet bij stil gestaan wat dat inhield. Ik wil daar eens wat dieper
op in gaan. Voo± Burgemeester en Wethouders is dat de gemakkelijkste
weg, en op"die manier zou de Raad het misschien ook nog wel kunnen.
Maar is het billijk, vraag ik mij af
Mijnheer de Voorzitter,
De straatbelasting drukt op alle gebouwen en gronden, ongeacht of
die eigendommen al of niet, meer of min, zwaar belast zijn, terwijl
huurders met meer of minder goede inkomens daar nooit iets aan
betalen, terwijl de verpachters of verhuurders die belasting niet