- 6-
- 5- m
formatorhuisje, nodig ten algemene nutte, dat overal gebouwd mag worden.
De Heer AARTS interrumpeert hier. Hij merkt op, dat geen kaart van het uit
breidingsplan aanwezig was, en geen bebouwingsvoorschriften. Kennisneming
daarvan is voor raadsleden toch wel gewenst, wanneer men over een beroeps
schrift als het onderhavige moet beslissen. Ook op Openbare Werken waren
deze stukken niet.
Het blijkt, dan, dat ze toen bij de Voorzitter waren, die deze gegevens wilde
benutten ter documentatie van zijn betoog in de Raad,
Voortgaande met zijn uiteenzetting, vermeldt de VOORZITTER dat in klasse F.
van het uitbreidingsplan gebouwd mogen worden woningen, waarin winkels
en kleine bedrijven worden toegelaten, met dien verstande, dat.enz.".
Hetzelfde geldt in klassen G, en H.
De heer Clement zou dus een bedrijfsgebouw moeten bouwen in één van de ge
noemde klassen van het uitbreidingsplan.
Volgens artikel 9 kunnen in de andere klassen Burgemeester en Wethouders wél
toestemming verlenen tot het bouwen van bij gebouwen; aanbouw van een woon
kamer, een serre e.d., is b.v. mogelijk, maar géén bedrijfsruimte. Gezien
verzoek en beroepsschrift, betreft het hier inderdaad een bedrijfsruimte.
Wijziging van uitbreidingsplan en bebouwingsvoorschriften zal naar de mening
van de VOORZITTER géén uitkomst bieden. De ervaring met het bedrijf van
Weiten in de Dorpstraat heeft wel aangetoond, dat een stroom van bezwaar
schriften verwacht moet worden, wanneer men tot wijziging zou willen be -
sluiten om toelating van bedrijfsruimten! in deze delen der gemeente moge
lijk te maken.
Het Gemeentebestuur, aldus de VOORZITTER, wil de Heer Clement gaarne tege
moet treden, maar heeft helaas tot afwijzing moeten besluiten.
De Heer VAN RIEL is er vóór, de bebouwingsvoorschriften voor een geval als
dit te wijzigen de betreffende persoon heeft het nodig voor zijn brood
winning
Mevrouw DE KROM-DESCHEPPER meent, dat het een vrijstaande woning blijft,
wanneer de Heer Clement zijn plan zou kunnen uitvoeren.
De VOORZITTER betoogt dan opnieuw dat inderdaad het gehele complex van de
Heer Clement vrijstaand is, doch daar gaat het hier niet om. De vraag is of
het uitbreidingsplan ter plaatse de oprichting van bedrijfsruimte, in deze
een opslagplaats toestaat. Dit is niet het geval en het uitbreidingsplan
zou.dus gewijzigd moeten worden.
De Heer Clement heeft een woonhuis gekocht, en wil nu een bedrijfsruimte.
De huidige woning beslaat een oppervlakte van 97 m2, de aanbouw zou een
oppervlakte hebben van 76 m2, en dan blijft er nog voldoende ruimte over om
er later nég eens zo'n bijgebouw op te richten.
De Heer VAN RIEL, meent, dat bedoeling van de geldende voorschriften is, be
scherming van de rust, de aesthetica; zijns inziens wordt deze door,toelating
van deze bedrijfsruimte niet verstoord.
Ook de Heer PIJNEN is van oordeel, dat er wel degelijk onderscheid is tussen
bedrijfspanden. Dit zou rustig gebruikt kunnen worden, zonder lawaai e.d.
De VOORZITTER handhaaft het standpunt, dat de voorschriften hiervoor in
ieder geval gewijzigd moeten worden momenteel kan het niet en het College
zou een wijziging van die strekking ook niet willen bevorderen.
Nadat de VOORZITTER op een vraag van de Heer PIJNEN nog geantwoord heeft,dat
Burgemeester en Wethouders een eventuele vergunning voor het bouwen van een
grote kamer aan de woning van de Heer Clement niet zouden kunnen weigeren
mits uit ligging en omvang blijkt, dat uitbreiding van woonruimte voorzit,
besluit de Raad hierna zonder hoofdelijke stemming op het beroepsschrift
van de Heer Clement afwijzend te beschikken.
Met goedvinden van de Raad, wordt hierna nog een punt aan de agenda van>
deze raadsvergadering toegevoegd, n, 1.