-9- ll verschiet. Voor een kleine gemeenschap kan semenwerking nodig zijn. De Heer VAN LOON vindt, dat de Heer VAN RIJCKEVORSEL het wel ietwat scherp ge zegd heeft. Strijbeek Vooruit is een prachtige vereniging, maar het hebben van zo'n eigen vereniging wil niet zeggen, dat er geen samenwerking met Galder is. En als de ruilverkaveling doorgaat, zal de verbinding Galder-Strijbeek ook kor ter worden. De Heer VAN DUN onderstreept eveneens, dat Strijbeek wel verschillende aange legenheden apart verzorgt, maar toch in grote lijnen met Galder samenwerktook Strijbeek staat volledig achter het gemeenschapshuis te Galder. De VOORZITTER concludeert uit een en ander, dat de Raad in principe wel gunstig staat tegenover dit verzoek. Burgemeester em Wethouders zullen hiermede rekening houden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda voorge steld 12. WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING EN IDEM GRONDBEDRIJF Mevrouw DE KROM - DESCHEPPER zegt, dat andere gemeenten vaak klagen over renteverlies terzake van de in de grond gestoken kapitalen; zij zou graag worden ingelicht, hoe dit in Nieuw-Ginneken is. De VOORZITTER antwoordt, dat dit probleem hier niet speelt. Burgemeester en Wethouders volgen een voorzichtig beleid. Tot op heden heeft de gemeente minder renteverlies geleden dan in de calculatie van de grondprijzen is voor zien Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda voor gesteld. 13. SCHRIJVEN P.P. 12 JANUARI 1963 VAN HET MEDELID. DE HEER J.C. VERDAASDONK, ,A,N BURGEMEESTER EN VSTHOUDERS BETREDENDE KOSTEN LAGER ONDERWIJS IN DEZE GEMEENTE De Heer VERDAnSDONK zegt, bang te zijn, verkeerd begrepen te worden. Hij is teruggegaan naar de begrotingen vóór 1962. Na 1962 is het bedrag voor het onderwijs gespecificeerd, vóórdien niet. De overheid geeft de vóóruitkering lager onderwijs in b verschillende posten. Zijn bezwaar is nog steeds hoewel de overheid deze uitkering dus gesplitst heeft in b bedragen, wordt alleen de be post (uitkering t.b.v. gymnastiekonderwijs) volledig doorge geven; de 3 andere posten dus niet. Burgemeester en Wethouders zeggen, dat het bedrag per leerling wordt vast gesteld op grond van artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, en op zodanig bedrag, als nodig is om in de redelijke behoeften te voorzien. Maar, aldus de Heer VERDA .SDONK, de Lager Onderwijswet 1920 is verouderd. De Commissie Oud wil een systeem, als bij de Kleuter Onderwijswet. De huidige financiële regeling is daarom een noodoplossing. De Heer VERDAASDONK zou willen voorstellen, de door de overheid geregelde bedragen stuk voor stuk door te geven. Mevrouw DE KROM - DESCHEPPER merkt hierbij op, dat de VOORZITTER in de raadsvergadering van 18 februari 1963 gezegd heeft, dat de kosten van de Schoolartsendienst en de schooltandverzorging uit tweeërlei bron bestreden mogen worden, n.l. a. uit de speciale vergoedingen voor het onderwijs b. uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Heer AARTS vraagt zich óók af, waarom de gelden voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding geheel worden doorbetaald, terwijl dat met de andere uitkeringen niet het geval is. De sprekers beantwoordende, zegt de VOORZITTER, dat men de ene zaak niet kan overtrekken ten koste van de andere. - 10 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 12