-10 - Het beleid van Burgemeester en Wethouders is er altijd op gericht geweest, te voorkomen, dat gelden, die voor onderwijs bestemd zijn, in de algemene middelen vloeien Vervolgens is het College altijd bereid geweest, in de mate van het mogelijke, ook gelden uit de algemene middelen voor het onderwijs aan te wenden. Doorbetaling, zoals de Heer Verdaasdonk bedoelt, is niet mogelijk 1. dit is in strijd met de wet. Uiteraard moet gehandeld worden in de geest van de wet, maar primair naar de positieve wet. Dat heeft de Comrnssie Oud ook bedoeld. Wel kan het rapport van de Commissie Oud gezien worden als een aansporing aan de gemeenten om royaal te zijn ten aanzien van het onderwijs; 2. de vergoeding van het Rijk wordt naar geheel andere grondslagen berekend, dan door de gemeente geschiedt bij de vaststelling van het bedrag per leer ling. De Lager Onderwijswet 1920 geldt immers nog steeds 3. het zou gemakkelijker zijn, de berekening op te stellen, als we in de ge. meente zelf centrale voorzieningen hadden voor alle soorten van het Lager Onderwijs. De gemeente heeft zelf b.v. géén b.1.o.-schoolmaar moet nu toch voor dit onderwijs aan de gemeente Breda bijdragen. De VOORZITTER merkt verder op, dat de kosten van de schoolartsendienst en van de schooltandverzorging buiten beschouwing gelaten zouden kunnen worden, maar ook dan (geeft de gemeente nog aanzienlijk méér uit, dan zij uit het Ge meente! - fonds voor onderwijszaken ontvangt 20.000, Niets zo zegt de VOORZITTER zal het College liever zijn, dan dat de dag aanbreekt waarop de gemeente het voor het L.O. gewenste systeem van het Kleuteronderwijs zal kunnen toepassen". De discussie over deze aangelegenheid wordt hiermede besloten. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de VOORZITTER hierna de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Nieuw-Ginneken, gehouden op 29 januari 19é5« DE R A A D VOORNOEMD, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 13