Mevrouw, Mijneheren,
Evenals in vorige jaren zullen de overzichten, door de
hoofden van dienst aan het College van Burgemeester en Wethouders verstrekt,weer
ten Uwe dienste, staan. Ik behoef dus niet naar volledigheid te streven in mijn
betoog. Ik kan wederom wijzen op enkele typische omstandigheden.
Ik moet dan, alvorens meer algemene zaken te bezien, Uw aandacht vragen voor
het vele werk door de geme .ntelijke diensten in 1964 verricht. Het jaar 1964
was het jaar van de verhuis van het oude naar het nieuwe raadhuis. Daarvan heeft
de administratie gebruik gemaakt om haar diensten kritisch te bezien en zonodig
opnieuw te organiseren. Alle diensten hebben dit gedaan, de afdeling Bevolking
heeft het daarbij bijzonder zwaar gehad. Aan het gemeentepersoneel betuig ik
daarvoor mijn dank, waarbij ik deze keer zeker niet mag vergeten, de gemeente
archivaris, Drs. Brekelmans.
Mevrouw en Mijneheren,
In 1963 overschreed onze bevolking het aantal van 7.000. Op
31 december 1964 telden wij 7129 inwoners en overschreden wij de 7.000 voor de
tweede maal. Indien Heusdenhout niet naar Breda was verhuisd zouden onze ge
meente-financien er best uitzien, beter dan nu - hoewel wij in het grote beeld
der Nederla: dse gemeenten ook nu beslist niet ongunstig afsteken. Wil men in
Ben Haag enigermate rekening houden met de speciale positie waarin wijals door
annexatie verliezende gemeente, verkeren, dan zullen wij het wel rukken. Ik zeg,
Ben Haag en niet Den Bosch, want het is geloof ik wel duidelijk, dat men ter
griffie voor deze omstandigheid .oog heeft.
Voor het gehele personeel onzer gemeente begint 1965 eigenlijk met een tegen
valler. Immers was Heusdenhout niet geannexeerd, dan zou nu voor hen de salaris-
en rangpromotie van een gemeente boven de 8*000 inwoners open staan. Of aan
deze tegenvaller iets te doen is weet ik nu nog niet. Wat ik echter nu reeds
wel weet is, dat het gehele personeel zich zeer loyaal tegenover deze situatie
heeft opgesteld. Een woord van erkentelijkheid daarvoor mag ik en wil ik niet
voor mij houden.
Uit onze gemeente vertrokken naar elders 387 personen, terwijl 384 personen
zich hier kwamen vestigen. Voor het eerst na vele jaren is er dus geen
vestigingsoverschot, maar een vertrekoverschotzij het dan ook van slechts 3
personen.
De oorzaak daarvan is te zoeken in het geringe aantal woningen in de vrije sec
tor, dat wij in 1964 mochten bouwen, te weten 6, wat het 5de part is van het
vorige jaar en het 10de part van wat wij op dit stuk met eigen kracht kunnen
presteren en hebben gepresteerd in i960 en 1961. Onder vele opzichten kunnen wij
het bouwbeleid van Minister Bogaerts prijzen, maar onder één opzicht niet. Dat
ene zwakke punt is gemis aan variatie, waar de omstandigheden variatie eisen.
Wij leven in een gemeentg met een sterke vestigingsdruk vanuit groeiende steden
als Rotterdam en Breda. Wel zulke gemeenten zijn er meer, maar er komt voor
onze gemeente nog iets bijWij zijn een grensgemeente met op een paar kilo
meters afstand een gemakkelijk bereikbaar achterland in het vrije Belgié. Naar
mate die vestigingsdruk bij ons géén bevrediging vinden kan, verplaatst hij
zich voor de meest kapitaalkrachtigen vlotter naar buiten onze grens. Wij zien
thans op een paar kilometers afstand onzer gemeente en op volkomen legale wijze,
in België een klein nieuw dorp verrijzen, gebouwd met Hederiands kapitaal, be
woond door Nederlanders die hun werkkringin Nederland hebben, voor een deel op
getrokken met Nederlandse materialen en Nederlandse arbeiders.Behalve deze uit
wijkmogelijkheid die uitsluitend geldt voor de zeer kapitaalkrachtigen is er
echter nog wat anders. Wanneer de veel te geringe contingentering in de vrije
sector voor onze gemeente tot gevolg zou hebben, dat bouwvakarbeiders naar
Rotterdam gingen werken of zich tot grote Nederlandse ondernemingen gingen
richten, dan zou dat geringe contingent een niet te veroordelen verschuiving
kunnen oproepen. Maar zo is het niet. De bouwvakker in meerdere gemeenten langs
de Belgische grens, behoeft niet eens een brommer te kopen voor werk in Belgie.
Hij kan het op zijn fiets af.
L
