-9 -
nodigt de Burgemeester van Breda uit, zij het dat hij op wel wat méér punten
van samenwerking had mogen wijzen dan het enige voorbeeld van een Breda's
structuurplan.
Gezien vanuit het standpunt van Nieuw-Ginneken is de gedachte op zich niet
af te keuren. De gemeente heeft immers meer belang bij Breda, dan b.v. bij
Baarle-Nassau en Zundert en zo is het ook omgekeerd voor Breda.
Opmerkingen J.J. VAN RIBL
Het reeds bestaande Planologisch Overlegorgaan van Breda c.a. is een vorm van
overleg op zuiver vrijwillige basis. Het kan zelf geen voorstellen doen aan
de diverse Gemeenteraden, doch alleen via Burgemeester en Wethouders, Het is
ook niet bevoegd bovengemeentelijke taken op zich te nemen.
Het Streekplan (groenplan) b.v. heeft geen bindende kracht. De leden van het
Overlegorgaan hebben het in grote lijn een goed plan gevonden en daarmede houdt
het goeddeels op.
Men kan er rekening mee houden bij het individuele gemeentelijke beleid,
Nieuw-Ginneken doet dat ook, maar verder kunnen we slechts hopen dat ook
anderen dat zullen doen.
De agglomeratieraad Eindhoven daarentegen kan dwingende regelingen maken voor
de aangesloten gemeenten.
Wat de opmerking van de Heer Van Riel over de gronden betreft (de infrastruc
tuur), zegt de VOORZITTER, dat Het Landbouwschap waakt over behoud van land
bouwgronden, en dit is een machtig orgaan. Ook Landschapsschoon waakt er over,
en uiteraard ook de Raad,
Gaat echter de natuurlijke groei van een stad in een bepaalde richting, dan
slaat de stad toevallig tussenliggende goede grond niet over en kan dat ook
vaak niet doen v/ant in een complex van belangen moet worden afgewogen.
Na deze algemene beschouv/ingen, gaat de VOORZITTER over tot behandeling van de
onderhavige begroting in concreto.
Hij leest het verslag van de Raadscommissie voor, en wijst dan op een onnauw
keurigheid bij post 127 der inkomsten. Hier zijn verzuimd de volgende in
komsten
1. huur 2e veld voetbalvereniging IJ V V, 550,- 350f 200,--
2. huur voetbalveld Galder 520.
te weinig geraamde inkomsten jf_720A--_
In de 1e begrotingswijziging 1966 zal dit verzuim worden goedgemaakt.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde de brief van Mevr. De Krom-Deschepper
aan Burgemeester en Wethouders inzake de begroting 1966. Wat betreft de
School voor Muzische Vorming, kan de VOORZITTER mededelen, dat het Bestuur
van die school in een onderhoud met Burgemeester en Wethouders in november j.l.
beeft medegedeeld, dat voortzetting in de huidige vorm niet mogelijk is. De
tichting zal dan ook geliquideerd worden. Burgemeester en Wethouders menen,
dat het Bestuur hiermede een verstandig besluit heeft genomen. Maar daarmede
is de zaak niet af. De activiteiten van de school zouden - althans ten dele -
Moeten worden voortgezet, vanwege het belang van de school voor de vorming
van de jeugd. Een uitbouw zou zeer grote uitgaven vergen. Een deskundige
van het Provinciaal Bestuur dacht aan een bedrag van 30.000,a *1-0.000,
Pen jaar. Hierbij zouden van de zijde van de provincie bijdragen mogen
worden verwacht.
Deze scholen van creatieve recreatie hebben wel de aandacht. Met de stijging
van de welvaart stijgt ook de behoefte aan recreatie. In Duitsland b.v. is dit
reeds geworden tot een tak van vormingDeze ontwikkeling elders is ook aan
e Rijk evenmin voorbij gegaan. Helaas echter is Nieuw-Ginneken niet het
mancieel sterkste plaatsje van Nederland. Wellicht zijn wij in ons land de
-10-