V - 17- W\ Het College van Burgemeester en Wethouders vindt daarom geen vrijheid om met een hoger voorstel te komen. Natuurlijk gaat de gedragslijn van het College uit van de opvatting, dat wat in het Rijk gemiddeld als een juiste goede voorziening geldt, geleide lijk aan ook als zodanig voor onze gemeente moet gelden. Wij beklemtonen echter geleidelijk aan. Daar zijn vele redenen voor aan te voeren. Vooreerst is U gebleken, dat de gemeente toch al veel uit de algemene middelen aan het onderwijs bij past, in 1966 niet minder dan 25.221,33 en telt men er de schoolartsendienst bij zelfs ruim 36.OOO,--. Dat ligt in vergelijkbare gemeenten echt wel anders en is te danken aan de vooruitstrevenheid der schoolbesturen, die niet aarzelen te vragen wat zij redelijk achten. Vervolgens geleidelijk maar constant opvoeren is voor de consument in casu een schoolbestuur pedagogisch eh zakelijk juister dan stootsgewijze opvoeren. Voorts onze begroting maant tot voorzichtigheid. Tenslotte het blijkt dat wij het gestelde doel op bevredigende wijze naderbij komen. Het werk van de begrotingscomissiezo vervolgt de VOORZITTER, is aan Burgemeester en Wethouders niet voorbij gegaan, ook al zijn we het er op sommige punten niet mee eens. Burgemeester en Wethouders knabbelen niet graag aan tradionele subsidies, maar nu een ernstig verlangen tot verdere bezuinigingen naar voren komt, willen Burgemeester en Wethouders toch enige verlagingen voorstellen, zo als in hun antwoord op het rapport is aangegeven. Wat de raming voor de verplaatsingskosten van het schoolhoofd betreft, dit is geen beleidszaak. De Heer Willekens bedoelt, dat aan reiskosten niet meer vergoed wordt dan gemotiveerd is. Dit is ook inderdaad de bedoeling, zodat geheel gehandeld wordt conform het juiste inzicht van genoemd raads lid. Mevr. De Krom-Deschepper heeft gevraagd bent U niet tq optimistisch? De VOORZITTER kan hierop antwoorden, dat we in het verleden slechts ten dele bedrogen zijn uitgekomen. De uitkeringen voor het nieuwe raadhuis en in verband met de annexatie van Heusdenhout hebben wel enig effect gesorteerd, maar ze hebben vooral te korte tijd gewerktdaarin zijn we dus teleurgesteld. Twee opmerkingen wil de VOORZITTER hierbij maken 1. als je van de redelijkheid van een zaak overtuigd bent, is het psycho logisch juist, daaraan vast te houden; 2. er zijn ook positieve gegevens het verzoek van de gemeente om extra - uitkering is in behandeling bij Gedeputeerde Staten; regelmatig is er telefonisch contact tussen provinciale griffie en afdeling financiën; ambtenaren van het Ministerie zijn op de provinciale griffie bezig met het onderzoek van de positie van vele gemeenten; verschillende gemeenten zijn reeds van tafel geveegd, maar Nieuw-Ginneken niet. Onze gegevens wijzen er op, dat er een redelijke hoop is, dat het Rijk er niet onder uit zal kunnen. In tweede aanleg melden zich hierna als sprekers de Heren IR. WILLEKENS, VAN GILS, VAN RIJCKEVORSEL, en MEVR. DE KROM-DESCHEPPER. De Heer WILLEKENS wil voorstellen de vergadering enige tijd te schorsen, om de begrotingscommissie de gelegenheid te geven haar standpunt nader te bepalen. De VOORZjITTER voelt zeer weinig voor dit standpunt: de commissie -18-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 142