-18 -
brengt rapport uit, Burgemeester en "ethouders hebben geantwoord, en dan
kan elk raadslid (dus ook de commissieleden) voor zich een beeld vormen.
Hij meent, dat we er nu toe moeten komen, de mening van de Raad te horen
over de tegenstellingen tussen Burgemeester en Wethouders en Commissie,
De Heer WESTERTERP is dezelfde mening toegedaan er is een commissie van
voorbereiding, Burgemeester en Wethouders antwoorden op hun rapport; de
taak van de commissie is geëindigd met het uitbrengen van het verslag.
Wanneer de Heer WILLEKENS weer wil spreken als Voorzitter van de begrotings
commissie merkt de VOORZITTER op, dat deze commissie inderdaad nu niet
meer bestaat. De Heer WILLEKENS spreekt dan verder als individueel lid.
Hij zegt, verheugt te zijn met 't streven van 't College, het bedrag per
leerling op te willen trekken tot het rijksgemiddelde, maar
op deze manier duurt het 30 jaar, voordat Nieuw-Ginneken dat gemiddelde
bereikt heeft 1
Ten aanzien van De Schakel herhaalt hij, dat de reserve erg hoog is.Wan
neer deze post gedurende 3 jaren memorie wordt geraamd, waarom zouden Ge
deputeerde Staten dan bezwaar maken tegen opnieuw opvoeren van een bedrag
van 1,50 per inwoner, terwijl nu reeds een bedrag van 3,door dat
College redelijk wordt geacht?. Dat Wethouder Westerterp zegt, dat we bij
de B-pot naar de toekomstige uitgaven moeten kijken, vindt hij een vreemde
zaak; ten aanzien van de lasten der toekomstige kapitaalsuitgaven, welke
de commissie reeds nu bij het begrotingstekort wilde tellen, neemt de
Wethouder een ander standpunt in, aldus de Heer Willekens,
Ten aanzien van de kwestie van de eventueel gemaakte rekenfoutook wat het
eventueel doorbetalen van bijdragen der verenigingen in de kosten van het
carillon betreft, zal de Heer WILLEKENS graag van gedachten wisselen met
de chef van afdeling Financiën.
De Heer WILLEKENS kan het niet eens zijn met de opmerking van wethouder
OOMEN, dat de Commissie géén concrete bezuinigingen heeft voorgesteld. Hij
komt aan een becijferde bezuiniging van f 35.000,
De Heer VAN GILS zou willen voorstellen, het bedrag per leerling nu vast
te stellen op 75,en dan de hoofden van scholen uit te nodigen een
gespecificeerde begroting in te dienen met vergelijkende cijfers van 1966,
waarna eventueel verhoging kan plaats hebben.
De Heer VAN RIJCKEVORSEL meent, dat er nu een voldoende aan werkmensen is
maar dat 't best spoedig tot aanstelling van nieuwe werklieden kan worden
overgegaan; als de werkgelegenheid verbetert zijn de goede krachtens
misschien weer niet te krijgen.
Mevr. DE KROM-DESCHEPPER merkt op, dat nu naast elkafr wordt voorgesteld
75,of 80,per leerling te geven. Beide redeneringen vindt ze
logisch. Zij zou daarom een compromis willen voorstellen, nl 77,50.
Zij informeert nog, wat het verzoek om aanvullende bijdrage uit het ge
meentefonds betreft; de VOORZITTER antwoordt hierop, dat dit betreft het
gehele tekort 1966.
De Heer WILLEKENS wil nog even de kwestie van de ramingen voor het gymna
stieklokaal Ulvenhout aansnijden. Door de Commissie is gesteld, dat niet
méér betaald mag worden dan over de uren van werkelijk gebruik. Hij wil
daarom voorstellen deze raming te begroten naar 10-J uur.
Wethouder WESTERTERP zegt blij te zijn, dat de Heer Willekens de kwestie
van de cijfers van De Schakel wil bespreken met de Chef van de afdeling
Financiën. Belangrijker vindt hij de stelling, die door de Heer Willekens
niet wordt aanvaard, dat de post over 3 jaar niet meer opgevoerd zal
kunnen worden.De wethouder zegt, dat Gedeputeerde Staten kijken enerzijds
naar de redelijkheid van de uitgaven, maar anderzijds ook naar de