In verband met de sluiting van de dienst 1965 per 30 juni 1966, moeten
nog enkele begrotingswijzigingen worden vastgesteld, nl.
1. wijziging nr.21 (algehele aanpassing van de cijfers der gewone
dienst, voorzover nog nodig, ato.n de werkelijke cijfers);
2. wijziging nr.22 (wijziging van de ramingen wegens personeelsin-
komsten en - uitgaven in hoofdstuk XIV van de gewone dienst en daar
mede samenhangende hoofdstukken)
3. wijziging nr. 23 (wijziging van de ramingen wegens kapitaals
komsten en - uitgaven in hoofdstuk XIV van de gewone dienst en
daarmede samenhangende hoofdstukken.);
4. wijziging nr.24 (wijziging van de ramingen wegens overige materiele
inkomsten en - uitgaven in hoofdstuk XIV, met de daarmede corres
ponderende ramingen in andere hoofdstukken);
5. wijziging nr. 25 (hierin op te nemen de in 1965 gedane kapitaals
uitgaven voor lager- en kleuteronderwijskrachtens door de Raad
genomen besluiten tot het verlenen van medewerking, ïoor zover
nog niet opgenomen in afzonderlijke begrotingswijzigingen)
6. wijziging nr.26 (aanpassing van de kapitaaldienst aan de overige
werkelijk gedane uitgaven, en overbrenging van nog niet bestede
credieten of gedeelten daarvan naar de kapitaaldienst 1966; een en
ander gepaard met opvoering van bedoelde onbestede credieten op de
kapitaaldienst 1966, in de 9e wijziging van de gemeentebegroting
1966
7. wijziging nr.27 (aanpassing van de gemeentebegroting aan de uit
komsten van het grondbedrijf over 1965» gepaard met dienovereen
komstige wijziging van de begroting van dit bedrijf voor 1966).
Bij brief van 18 mei 1966, G. nr. 10100 Ille afdeling, hebben Gedepu
teerde ^taten medegedeeld, dat zij in beginsel kunnen goedvinden, dat
tot dekking van het restant begrotingstekort wordt beschikt over de
algemen reserve 20.488,39)» en voor zoveel nodig over de reserve
uitkeringen gemeentefonds 1948, 1949 en 1950 94.187,50).
Door deze beschikking over de resterende reserves kan de gewone dienst
1965 nog sluitend worden gemaakt, zodat over dat jaar géén aanvullende
uitkering uit het gemeentefonds kan worden verwacht.
14. NOTA VAM AANMERKINGEN GËME1NTËB,.GROTING 1966.
Toelichting
Op grond van de Nota van Aanmerkingen van Gedeputeerde Staten op de
begroting 1966 (d.d. 16 maart 1966, G. 48000 Ille afdeling), zijn
enkele ondergeschikte wijzigingen in die begroting noodzakelijk(neer te
leggen in de 10e wijziging van de dienst 1966).
Het begrotingstekort tot en met de 7e wijziging van deze begroting,
bedraagt 208.812,10.
Door de verhoging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor
1966, op grond van de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken
van 24 maart 1966, F 66/465»kan een hogere opbrengst van 69.892,94
geraamd worden. Deze meer-opbrengst is echter bestemd ter dekking van
de lasten van de salarisverhoging per 1 januri 1966, te stellen op
42.765,84, zodat uiteindelijk een netto méér-opbrengst resteert van
ruim 27.000,Het feitelijke begrotingstekort 1966 daalt hierdoor
tot circa 180.000,
Voorgesteld wordt, voor dit tekort een aanvullende uitkering .uit het
gemeentefonds aan te vragen.
Ten aanzien van eventuele verhoging van enkele plaatselijke belastingen
'wordt verwezen, nhar het agenda-dossier