I'!-/ Aan de Saad. Op 20 mei 1966 stelde U het verzoek van het Kerk-Schoolbestuur van de Parochie St. Laurentius te Ulvenhout d.d. 19 mei 1966, ter advies in handen van het College van Burgemeester en Wethouders. Het College heeft gemeend over de onderwijsbelangen vermeld in genoemd verzoek advies te moeten in t/innen van het R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding te 's-Graven- hage en van de voor het Gemeentebestuur meest aangewezen deskundige advies instantie, te weten van het Rijkstoezicht Lager Onderwijs Inspectie te Breda. Beide adviezen zijn respectievelijk binnengekomen op 13 juni en 22 juni 1966. Zij zijn ter Uwer informatie aan het dossier toegevoegd. Het verzoek van het Schoolbestuur en het gelijkluidende verzoek van de Stichting Katholiek Onderwijs H. Laurentius Parochie Ulvenhout, geeft ons College aanleiding tot de navolgende opmerkingen. 1* Kort memorandum over de feitelijke ontwikkeling. De nieuwe vorm van Ulvenhout en de steeds nader geconcretiseerde uitbrei dingsplannen, gepaard aan de spreiding der woongelegenheid en de sociale behoeften hadden Burgemeester en '"ethouders tot de opvatting gebracht dat het wenselijk was de vestigingsplaats der nieuwe school niet in het Markdal doch op de Pennendijk te kiezen. Na ampele besprekingen en schriftelijke vastlegging der argumenten met het Schoolbestuur besloten Burgemeester en Wethouders een desbetreffend voorstel aan de Raad te doen. Op 30 december 1963 werd door de Raad met eenparigheid van stemmen con form dit voorstel besloten. De notulen dezer vergadering werden zonder opmerkingen ter zake goedgekeurd in de Raadszitting van 28 februari 1964. Op 24 januari 1964 bereikte het College de brief van het Schoolbestuur, in houdende dat het Schoolbestuur liever had gebouwd op het terrein achter de Kerk, doch verklaarde t thans accoord te kunnen gaan met het terrein in het uitbreidingsplan Pennendijk". Vervolgens is uitvoering gegeven aan het verzoek van het Schoolbestuur om de juiste ligging der te bouwen school nader aan te geven, zijn daarop gebaseerde plannen uitgewerkt en is de rijksgoedkeuring verkregen. In 1964 is ook nog de Stichting Bejaardenzorg tot leven geroepen. Deze Stichting is verzocht primair ten behoeve der bejaardenzorg in onze ge meente,maar mede ten behoeve van de streekfunctie onzer gemeente in de bejaardenzorg een geheel van voorzieningen ter zake voor te bereiden. Daarbij is er de Stichting op gewezen, dat het terrein achter de kerk van Ulvenhout om planologische redenen vroeg om een ietwat monumentale bouw als pendant van de kerk en als afsluiting van het Markdal, De Stichting heeft het verzoek aanvaard en in uitvoering genomen. Ontworpen zijn een bejaardenverzorgingscentrum in Ulvenhout, bejaarden woningen in Ulvenhout en Bavel. Ook het v;erk der Stichting is rijp voor de aanvrage om rijksgoed-keuring. De architectonische plannen van Schoolbestuur en Stichting zijn aan het raadsdossier terzake toegevoegd. 2. De argumenten van het verzoek van het Schoolbestuur a. Het Sci100ibestuur vangt aan met alle door haar voordien aangevoerde argumenten opnieuw in het geding te brengen. Het College meent te dezer zaken te mogen volstaan met te verwijzen naar de notulen der raadsver gadering van 30 december 1963> waarin deze argumenten door het College zijn getoetst. b. Het nieuwe argument, dat het Schoolbestuur tot hernieuwde actie heeft bewogen, is haar opvatting, dat de huidige plannen voor het bejaarden centrum bezwaren blijken te ontmoeten. - 2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 43