r\ - 5 - school in het Markdal dan nog ongunstiger te liggen 6. Is het denkbaar dat het bejaardentehuis in een ander dorpt-deel komt te liggen. Zouden de bejaardenbelangen daardoor geschaad worden. Zou het bejaardenhuis niet evengoed of misschien nog beter in het Pennendijkplan passen Mijnheer de Voorzitter de lengte van mijn betoog is niet gering maar de materie is dan ook bijzonder ingewikkeld Zoals de zaken nu staan zou ik om een goed gefundeerd besluit te kunnen nemen op al de bovenstaande vragen antwoord moeten kunnen geven. Dit kan onmogelijk op stel en sprong. Ik stel dan ook voor, mij aansluitend bij het voorstel van de Heer Aarts van de vorige vergadering een commissie uit de raad te benoemen om de zaak verder in studie te nemen. Het is werkelijk onmogelijk om met de nu voor hande zijnde gegevens een goed weloverwogen besluit te nemen. De Heer VAN GESTEL verklaart zich tegen uitstel van de beslissing:' deze kwestie is reeds in 1961 begonnen; nu is het 1966, en we weten nog niet hoe het moet l. Uitstel kost steeds meer geld. Hij dringt er daarom op aan, nu te beslissen. De VOORZITTER sluit aan op hetgeen de Heer VAN GESTEL gezegd ;heeft. De onderhavige kwestie is zeer uitvoerig besproken in 1963. Allerlei argumenten zijn naar voren gebracht; er hebben 2 besprekingen met het schoolbestuur plaats Sehad; er is briefwisseling geweest; er is contact opgenomen met de Inspecteur van het Lager Onderwijs. Sn toen heeft de Raad op 30 december 1963 met algemene stemmen besloten vóór het voorstel van Burgemeester en 'ethouders. Naar hun aard, zijn de argumenten, die thans aangevoerd worden, dezelfde als die van 19Ó3; wel worden ze hier en daar wat pregnanter naar voren gebracht. De Heren VERDAASDONK en AARTS hebben goed recht, op hun mening terug te komen, Baar de VOORZITTER zou hiervoor toch wel nadere argumentatie tegemoet willen zien. ■at de begraafplaats betreft, er wordt gedacht aan de mogelijkheid van verplaat sing; dit is in studie bij de planologische dienst. Het uitstel, dat door MEVR. DS KROM—DESCHEPISR beoogd wordt, moet de VOORZITTER ten zeerste ontraden Wanneer een particulier Instituut - zoals het katholiek pedagogisch bureau toch is - moet uitmaken, wat de waarde van de door de open bare inspectie en het particuliere schoolbestuur naar voren gebrachte argumenten is, zijn wij op de verkeerde weg. be Inspecteur heeft een goed overzicht gegeven van de pedagogisch-didactische argumenten. Hij heeft de argumenten van het schoolbestuur in zes punten onder verdeeld. Vier van deze verlangens van het schoolbestuur zijn ofwel evenzeer of- :el minder gemakkelijk te verwezenlijken bij ligging der school aan de ennendijk, maar dus ook daar naar zijn mening te verwezenlijken. Wat de twee andere punten betreft noemt hij vooreerst het ambulante schoolhoofd zonder meer esn noodzakelijk kwaad. Vervolgens stelt hij in zijn zeer objectief advies, dat Pij vestiging der school in het Markdal helaas geen gebruik kan worden gemaakt van enkele van het v.g.l.o. vrij-komende klaslokalen. Echter heeft, zo merkt voorzitter nog op, het lageronderwijs reeds in september a.s» één dier --'kalen nodig. Maar zelfs al zou dit niet het geval zijn het is toch wel te 'eel gevraagd, zo menen Burgemeester en "/ethouders om de aanwezigheid van een Paar klasselokalen te aanvaarden als argument voor de keuze van de vestigings plaats ener school. advies van de Inspecteur doet aan de Pennendijk dus zeer zeker recht weder- *aren maar ook aan de behoefte, die bij de ouders leeft om de school dicht bij kinderen te hebben, wordt voldaan bij situering in de Pennendijk, °vendien momenteel zijn er reeds totaal 14 klassen. Gezien de ontwikkeling van -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 51