i a
Vc
- 3 -
In okto her 19§4, kreeg de Burgemeester een telefonisch bericht van de
Hoofdingenieur-Directeur van de Volkshuisvesting, dat 10 woningen extra
zouden mogen worden gebouwd, indien deze vóór J51 december 1964 zouden
zijn gegund(dit was vermoedelijk een restant om het feit dat het contin
gent niet door alle gemeenten in de provincie was opgenomen).
Hierop is onmiddellijk gereageerd en gezien het feit, dat het werk door de
firma Jansen op dat moment goed verliep, zijn hem voor dezelfde prijs nog
10 woningen opgedragen.
Van het totaal van 22 woningen zijn er nu 13 bewoond terwijl de andere
9 nog moeten worden afgewerkt.
Wij hebben de indruk, dat de fa. Jansen thans met ernstige moeilijkheden
te kampen heeft en kunnen ons nauwelijks aan de indruk onttrekken, dat de
te lage prijs van de woningen in Nieuw-Ginneken hiervan mede de oorzaak is
Hij tracht nu zoveel mogelijk ander beter betaald werk te krijgen waardoor
mogelijk ook het werk in Nieuw-Ginneken is te redden.
Herhaaldelijk is er bij de fa. Jansen op aangedrongen de woningen af te
werkenEnkele malen in de vergadering van Burgemeester en Wethouders
enkele malen in een gesprek met de Burgemeester én minstens 1 maal per
week door de architect en het hoofd openbare werken. Ondanks het feit,dat
de ambtenaar belast met het bouw- en woningtoezicht sinds 1 mei jl. de
gemeente heeft verlaten en eerst 16 augustus a.s. in deze vacature wordt
voorzien, is het hoofd openbare werken bijna dagelijks op het werk geweest.
Ten einde raad is de aannemer op 21 juni 1966 op verzoek van Burgemeester
en Wethouders door de architect ingevolge de A.V. in gebreke gesteld en
gesommeerd binnen de daarvoor gestelde termijn van _1_0 dagen met het
schilderwerk van de 9 woningen te beginnen(Zie afschrift van brief van
architec t)
Het resultaat hiervan is, dat de electrische installatie thans is afge
werkt en voor de bouwvakvacantie 2 schilders ruim 10 dagen op het werk
zijn geweest.
Wij hebben goede hoop, dat na de bouwvakvacantie de woningen binnen een
goede maand voor bewoning gereed zullen zijn.
Contingent 19&3
Toen bij de toewijzing van het contingent voor 1969 het werk aan de
woningen 196^ nog naar wens verliep is weer onmiddellijk met de fa. Jansen
onderhandeld over de bouw van 1^1 woningen te Bavel en k te Ulvenhout},
met als resultaat, dat reeds in april 19^5 een gunningsvoorstel aan
Volkshuisvesting kon worden ingezonden voor een bedrag van 209.093»
(deze woningen zijn veel groter dan de woningen van 196^). Op 11 mei 1965
is hierop een bericht van Volkshuisvesting gekomen, dat de prijs niet
hoger mocht zijn dan 187.585,''eer zijn hierover langdurige onder
handelingen gevoerd tussen aannemer, architect en Burgemeester en Wet
houders, met als resultaat, dat de aannemer besloot de woningen voor de
gestelde prijs te bouwen. Het is dit werk waarvan hij nu zelf zegt, dat
hij dót niet meer voor deze lage prijs had moeten aannemen, omdat hij
hierdoor in de put dreigt te komen.
Van de 11 ?;oningen zijn er in avel 7 in uitvoering, 4 bijna, aan de 2e
verdiepingshoogte en 3 op de hoogte van de 1e verdieping, terwijl reeds
pannen en nog een partij stenen op het werk aanwezig zijn.
Aan de woningen te Ulvenhout is nog niet begonnen en het lijkt ons gewenst
hieraan eerst te beginnen, nadat de woningen te Bavel onder dak zijn.
Inmiddels beschikt de Woningbouwvereniging nog over het grootste deel van
de aannemingssom. daar slechts strikt ingevolgde de bepalingen van het
bestek wordt uitbetaald.
het is dus wel duidelijk, dat de lage aannemningssomC afgedwongen door de
te lage curveprijzen, welke in grotere gemeenten dikwijls op een andere
manier kunnen worden opgevangen) de oorzaak van de stagnatie van het werk
is.
Hiermede meen ik dat de vraag beantwoord is,
- if -