i
<11
- 2 -
3* BENOEMING COMMISSIE VAN ADVIES, BEDOELD IN ARTIKEL 8, 1e LID, DER
WOONRUIMTEVVET 1947
De Heer BINK merkt op, dat hij géén bericht van zijn benoeming in deze
Commissie voor de periode 1965/66 heeft gekregen. Overigens vraagt hij
zich af, welke taak bedoelde Commissie heeft.
De Heer WILLEKENS verklaart er prijs op te stellen, dat nagegaan wprdt,
in welke vergadering benoeming van de Heer Bink voor bedoelde zittings
periode heeft plaats gehad.
De VOORZITTER zegt toe, dat dit in de volgende vergadering medegedeeld
zal worden* Verder merkt hij op, dat deze Commissie als taak heeft het
adviseren over eventuele vordering van woonruimte. De woonruimtewet
1947 schrijft instelling van zo'n Commissie voor.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, zoals op de agenda
voorgesteld.
4. BENOEMING LEDEN EN PLAATSVERVANGENDE LEDEN DER COMMISSIE VOOR GE
ORGANISEERD OVERLEG
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op
de agenda voorgesteld.
5. BENOEMING LID VAN DE CENTRALE ADVIESRAAD SUBSIDIeRING CULTUUR EN
SPORT DE SCHAKEL
De Heer WILLEKENS zegt, dat er klachten zijn over de verdeling van de
gelden van De Schakel. Hij zou graag vernemen, in welke kwaliteit de
Heer Pijnen lid is van de Centrale Adviesraad. De VOORZITTER merkt op,
dat dit is in zijn functie van raadslid.
De Heer WILLEKENS maakt er bezwaar tegen, dat een bestuurslid van een
belanghebbende vereniging lid is van de Centrale Adviesraad. Zijn
fractie zou het op prijs stellen in deze Adviesraad een raadslid te
benoemen, die géén binding heeft met een belanghebbende vereniging.
Hij meent, dat objectiviteit gewenst is, en daarom wil hij de Heer
Aarts als candidaat naar voren brengen.
De VOORZITTER zegt, dat het College in deze een ander standpunt inneemt
het schenkt de Heer Pijnen graag zijn vertrouwen.
De Heer VAN RIJCKEVORSEL is van mening, dat iemand, die in zo'n functie
zitting neemt, op de hoogte behoort te zijn van het verenigingsleven.
De Heer WILLEKENS ontkent de stelling van de Heer Van Rijckevcrsel.
Zijns inziens zijn er in de Centrale Adviesraad toch al te veel leden.,
die in het verenigingsleven zitten.
De VOORZITTER laat hierna overgaan tot schriftelijke stemming. Als
stemopneraers fungeren hierbij de Heren VAN GILS en VAN RIJCKEVORSEL,
met de VOORZITTER.
Na opening der stembriefjes blijken te zijn uitgebracht
op de Heer Aarts 4 stemmen;
op de Heer Van Gils 1 stem, en
op de Heer Pijnen 8 stemmen.
Laatstgenoemde is dus benoemd. Hij verklaart zich bereid, deze be
noeming aan te nemen.
- 3 -