- 6 -
Lager Onderwijs dan wé1 zo veel waarde wordt gehecht. De VOORZITTER
antwoordt hierop, dat die adviezen van overwegend belangrijke aard
zijn. Ook de toezichthoudende organen hechten daaraan grote waarde.
Wethouder WESTERTERP wijst op de stemmenverhouding 10 - 4. Wanneer de
7, die nu niets hebben laten horen hun mening wél kenbaar^gemaakt
hadden, was de verhouding wellicht even gunstig geweest, Gezien het
vroegere standpunt van de middenstand, en de verhouding 10-4, heeft
de Heer WSSTERTERP er bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders aan te houden.
Het voorstel van de Heer AARTS wordt behalve door hem zelf slechts
gesteund door de Heren BINK, VERDA SDONK en WILLEKENSHet wordt dus
verworpen met 4 tegn 9 stemmen.
Vervolgens komt het voorstel van Burgemeester en 'Wethouders in stem
ming. Dit wordt aangenomen met 9 tegen 4 stemmen.Tegen stemden de vier
heren., die vóór het voorstel van de Heer Aarts gestemd hebben.
13. 2e WIJZIGING VERORDENING INGEVOLGE ARTIKEL 4, LID 1_, DER WINKELSLUI-
TINGS WET 1951 H ALVE D AGS LU ITING*)'
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op
de agenda voorgesteld.
14. AANGAAN VASTS LENINGEN EN/OF KASGELDLENINGEN
De Heer WILLEKENS vraagt, hoe groot de vlottende schuld der gemeente
is, en om welke kapitaalsuitgaven het hier gaat.
De VOORZITTER zegt de vraag niet exact te kunnen beantwoorden, doch dat
de vlottende schuld circa 650.000,bedraagt, herder merkt hij op,
dat voor de gemeenten de zgn. centrale financiering is ingesteld
slechts zeer mondjesmaat krijgen de gemeenten geld.
bedoeling is, onmiddellijk toe te. .happen,als er een aanbod komt.
De totale behoefte (voor uitvoering uitbreidingsplan, bouw nieuwe
jongensschool, overname kleuterschool Bavel)kan gesteld worden op
ongeveer 1-J" millioen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda
voorgesteld.
15. CONTINGENTS-, HUUR- en WOONRUIMTEBELEID
MEVR. DE KROM-DESCHEPPER vraagt, of een vrijer contingenteringsbeleid
niet tot financiële consequenties zal leiden, b.v. doordat uitbrei
dingsplannen eerder volgebouwd zijn.
De VOORZITTER beaamt dat dit er aan vast kan zitten.
Hij gaat enigszins uitvoerig op de circulaire in.
Wat de woningwetbouw betreft, hieraan verandert practisch niets. De
realisering van een toegewezen contingent blijft afhankelijk van de
curveprijs en de bouwcapaciteit; indien de curveprijs op rédelijk
niveau ligt, zal het contingent zeker aangenomen worden.
De totale bouwcapaciteit van de gemeente is zeer ruim. De gemeente
telt circa 15 aannemersbedrijven, met circa 100 werknemers. Zij bouwen
bij voorkeur buiten de gemeente. Een aantal van 75 - 100 woningen per
jaar zouden ze zeker klaar kunnen krijgen.
In de vrije sector liggen er momenteel ongeveer 50 aanvragen, maar de
Voorzitter weet niet, of alle aanvragen reëel zijn. Voor de goedkopere
woningen hebben reeds 14 personen terug getrokken. Het zou de Voor
zitter niet verwonderen,als er nog een 15-tal zich zou terugtrekken
- 7 -