7. VERZOEK INGEVOLGE ARTIKEL 50 DER KLEUTERONDERVIJSWET VAN HET BESTUUR
VAN DE R.K. KLEUTERSCHOOL TE GALDER INZAKE UITBREIDING VAN DE SPEEL-
PLAATS VAN DE KLEUTERSCHOOL
-3 -
op Mevr. De Krom-Deschepper
op de Heer A.J.J. van Gestel
op de Heer Willekens
op de Heer Van Loon
op de Heer Van Gils eveneens
12 stemmen;
12 stemmen;
13 stemmen;
1 stem en
1 stem
De drie eerstgenoemden zijn dus gekozen. Desgevraagd verklaren zij zich
bereid hün benoeming aan te nemen.
De Heer VAN GESTEL stelt de vraag, of weer op een avond voor de raads
leden een uiteenzetting over de begroting kan worden gegeven door de Ge
meentesecretaris en de Chef van de Afdeling Financiën. De VOORZITTER zal
trachten dit te bevorderen.
VASTSTELLING VERGOEDING. BEDOELD IN ARTIKEL 103 DER LAGERONDERWIJSWET
1920 OVER DE JAREN 196A EN 1963, MET BETREKKING TOT DE BIJZONDERE
SCHOLEN VAN HET LAGER ONDERWIJS
De Heer WILLEKENS stelt de vraag,waarom deze vaststelling zo lang op
zich heeft laten wachten.
De in de vergadering aanwezige Chef der afdeling Financiën ter secre
tarie kan hierop antwoorden,dat deze vaststelling gevolg is van aan
drang van het Verificatiebureau der Vereniging van Nederlandsche Ge
meenten orn alsnog definitieve afrekening te doen plaats hebben.Hoewel
diverse schoolbesturen nalatig zijn gebleven, een hiertoe strekkend
verzoek te doen,wordt daarom nu voorgesteld tot vaststelling over te
gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten,zoals op de agenda voorge
steld.
5. 17e WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1966
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten,zoals op de
agenda voorgesteld.
6. 18e WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1966
Nadat de VOORZITTER op een vraag van de Heer IR.WILLEKENS heeft medege
deeld, dat in de geraamde kosten géén architectenkosten zijn begrepen,
en - indien die alsnog zouden worden gedeclareerd - ook daarover de
Raad zal moeten beslissen, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,
zoals op de agenda voorgesteld.
De Heer IR. WILLEKENS vraagt zich af, waarom bij dit agendapunt, in
tegenstelling tot de punten en 6, géén bedrag wordt genoemd.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat bij voorzieningen als deze, de
Raad in principe moet besluiten tot het verlenen van al of niet mede
werking. Burgemeester en Jethouders moeten dit uitvoeren, en dan komt
pas het bedrag der kosten bij begrotingswijziging aan de orde
Niettemin had het met deze voorziening gemoeide bedrag zonder bezwaar
bij de toelichting vermeld kunnen zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten,zoals op de agench.
voorgesteld.
k -