7. de vleeskeuringsdienst Breda, 8. het woonwagencentrum Breda, 9. de bescherming bevolking Breda, 10. de intergemeentelijke organisatie De Baronie van Breda. Voorts kennen we nog de gemeenschappelijke Schoolartsendienst en ten slotte een vorm van intergemeentelijke samenwerking, die ondanks zijn be perkt karakter toch vele resultaten heeft opgeleverd, te weten Het Overlegorgaan Planologisch Vraagstukken. Ik heb deze - overigens niet volledige - opsomming gegeven, omdat in de laatste maanden het oog zo eenzijdig gericht wordt op wat nog te doen staat, en zo geheel vergeten wordt wat reeds gedaan is. Als het lid van de Raad, Mevrouw De Krom-Deschepperdus vraagt of het College zich al beraden heeft over enige" vorm van intergemeentelijke Samenwerking, dan moet het antwoord luiden het College heeft niet alleen nagedacht, doch een goed deel van onze ge meentelijke taak is reeds ondergebracht in diverse vormen van interge meentelijke samenwerking. Echter ook de toekomst - hoe kan het anders - had en heeft de aan dacht van het College. Bij haar beschouwen van nieuwe samenwerkingsvormen wil het College van Nieuw-Ginneken uitgaan van wat essentieel is en niet van wat bijkomstig is. Het College wil dus niet uitgaan van wat bestaat aan organisatorische en juridische verbanden, want die verbanden zijn er slechts omwille van de mensen. Het College wil dus uitgaan van de behoeften der mensen. Om het dus eens heel scherp te zeggen het College stelt de behoeften der mensen voorop en niet de gemeentelijke indeling, maar evenmin annexatie- verlangens van wie dan ook. Is het enerzijds onredelijk bestaande gemeentegrenzen als een eeuwig onaantastbaar gegeven te beschouwen, anderzijds moet men bij wijziging daarvan door annexatie bedenken dat annexatie onevenwichtige gevolgen op roept in de bestuurlijke en financiële sector. Wanneer eenmaal een stad voldoende formaat heeft om zijn centrumfunctie voor de streek naar be horen te vervullen, dan is annexatie uit den boze en dient met fantasie en soepelheid van geest gezocht naar doelmatige samenwerkingsvormen. Ik kom daarop dadelijk nog terug. Waar de voorziening der menselijke behoeften om vraagt, dat dient richtsnoer te zijn voor vormen van intergemeentelijke samenwerking en voorts dient de vorm van intergemeentelijke samenwerking weer zodanig te worden bestuurd, dat de belangen der mensen, voor wie ze in het leven worden geroepen, zo goed mogelijk zijn verzekerd. Wat zien wij nu als we de menselijke behoeften met een modern oog bekijken Dan valt vooreerst op dat geen enkele gemeente in onze omge ving op zich een arbeidsmarkt voor eigen burgers vormt. Voor Breda en ommelanden ligt het zwaartepunt der arbeidsmarkt in Breda, Oosterhout en Etèen en Leur en voor een klein deel in de kleinere ge meenten. Wij zien óók dat geen enkele gemeente in onze omgeving op zich een recreatiegebied voor eigen burgers vormt. Voor Breda en ommelanden ligt het zwaartepunt der recreatie, wil men de mensen werkelijk geven wat hen toekomt, in Ulvenhout, Chaam etc. Wij zien verder dat, helaas met alle en veel te grote gebreken, de stad Breda het zwaartepunt vormt voor Breda en ommelanden op cultureel gebied. Op het stuk van het middelbaar onderwijs va.lt iets soortgelijks te constateren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 95