2 -
De VOORZITTER zegt, dat 't het College tot grote voldoening stemt, voor het eerst sinds
enkele jaren weer met een sluitende begroting te kunnen komen - mede dank zij de belang
rijke bijdrage, die de Raad hiertoe geleverd heeft. De begroting is sluitend ook zonder
de aanvallende uitkering, die voor 1 968 onder het hoofd onvoorzien is opgenomen.
Verder memoreert de VOORZITTER het gesprek, dat het gemeentebestuur met een lid van Ge
deputeerde Staten en de financiële afdeling der griffie heeft gehad. Hierbij is geble
ken, dat de aanvullende bijdrage - wat toekenning, wijziging en intrekking betreft -
een eigen leven leidt. Eenmaal definitief toegekend, geldt ze voor 3 jaren. Het is daar
om raadzaam, thans niet uit eigen beweging over te gaan tot terugbetaling van de voor
lopig o ïtvangen bijdrage of tot niet-raming voor het 3e jaar, in casu voor 1968.
Ha 3 jaren wordt bezien, of de aanvullende uitkering nog nodig is; ze wordt dan omge
zet in een verhoogde uitkering per inwoner, mits de toestand der gemeentefinanciën dat
nodig maakt (hetgeen vermoedelijk niet het geval zal zijn)
Hamens de begrotingscommissie zegt de Heer VAN GILS, dat de antwoorden van het College
op het rapport haar in het algemeen bevredigen.
Ten aanzien van de volgnummers 340. 346, 348 en 354 kan de Commissie er mede instemmen,
dat de gedane suggesties aan de Raad worden voorgelegd. Wat volgnummer 342 betreft,
ziet de Commissie het voorstel van het College om de Centrale Adviesraad uit te breiden
net 2 raadsleden als een oplossing. Mocht na verloop van tijd blijken, dat dit nog niet
bevredigend werkt, dan zou nog bezien kunnen worden de beslissing terug te brengen in
handen van de Raad.
Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het houden van algemene beschouwingen. De
Heer WILLEKENS zegt van mening te zijn, dat de aanvullende bijdrage uit het gemeente
fonds broodnodig zal zijn, gezien de nog te verwachten uitgaven, zoals b.v. de lasten
van de nieuwe jongensschool. Hij zegt het verheugend te vinden, dat de begroting slui
tend is, maar de grootste kunst zal zijn; de rekening sluitend te houden.
In dit verband noemt hij de post "onderhoud van wegen". Dat in 1967 een "kapitaalsuit
gaaf" gedaan werd ten laste van de gewone onderhoudspost, drukt zijns inziens zijn spo-
i op het onderhoud van de overige wegen.
De VOORZITTER antwoordt, dat het College het met de Heer Willekens eens is, dat in
1968 met enkele nieuwe uitgaven rekening moet worden gehouden. Zo hopen we in 1968 met
de bouw van de jongensschool te kunnen beginnen; en enkele wegen zijn aan verbetering
toe. Een daarvan zal opgenomen worden in de 2e begrotingswijziging 1968, en voor 2 we
gen (opgenomai in begrotingswijziging 1967) wordt nog op goedkeuring van de provincie
gehoopt. Eet College is er van doordrongen, dat er offers gebracht moeten worden om de
begroting sluitend te houden. Gedeputeerde Staten hebben er op gewezen, dat Binnen
landse Zaken elke begroting op zich beoordeelt. Men waardeert zeker, dat we ons zelf
een aardig eind op streek hebben geholpen. Zou er in 1 967 tegen de aanvankelijke
vooruitzichten in nog ruimte overblijven, dan hoopt het College die deels te kunnen be
steden voor wegverbetering.
Naar aanleiding hiervan informeert de Heer WILLEKENS, of al enige indruk bestaat om
trent het verloop van de dienst 1967. De VOORZITTER antwoordt, dat er inderdaad een
bepaalde indruk van bestaat, maar meer zekerheid hebben we pas in de maand april.
De Heer WILLEKENS vraagt zich af, hoe een dergelijke ommekeer mogelijk is; er was im
mers een tekort van ongeveer 140.000,Heeft het aanstellen van minder personeel
hierop invloed gehad
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat het niet aanstellen van personeel inderdaad een
rol heeft gespeeld, maar ook de verhoging van de eigen belastingen, de uitkeringen uit
het kwartair wegenfonds, de voorlopige aanvullende bijdrage en de voor alle gemeenten
verhoogde normen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Zou, aldus de VOORZITTER, de mogelijkheid er in zitten, b.v. de restauratie van het
orgel van de parochie Ulvenhout in 1 967 nog mee te nemen, dan zouden we ook dat moeten
pogen te doen.
Betreffende het bedrag per leerling zegt de Heer WILLEKENS van mening te zijn, dat een
verhoging met 6,50 niet voldoende zal zijn. Hij zegt het bevreemdend te vinden, dat