een uitkering te verlenen,
MEVR. DE KROM-DESCHEPPER vraagt zich af, of dit fonds nog wel zin heeft
nu de Al gemene Bijstandswet in werking getreden is.
Wethouder WESTERTERP merkt hierbij op, dat de Bijstandswet nog een ie-
wat nare bijsmaak heeft. Kunstenaars hebben vaak wisselende inkomsten,
In bepaalde gevallen krijgen zij uitkeringen uit het fonds. Men kan
het zien als een aangepaste regeling.
De Heer WILLEKENS zegt wel te voelen voor het idee van Mevr. De Krom.
Als eerst bijgesprongen wordt via Bijstandswet (b«v. door het treffen
van een groepsregeling), kan steun aan het Fonds wellicht achterwege
blijven.
De Heer WESTERTERP vindt het een beetje kras, ^et zo zwaar te stellen.
Een groepsregeling heeft ook nadelen. Controle is nü gemakkelijker, om
dat ze in gespecialiseerde handen is. En het is niet een twee drie te
verwezenlijken, een groepsre^Ling in het leven te roepen.
De Heer WILLEKENS meent dat het aanbeveling verdient, in ieder geval
een suggestie te doen in de richting van het treffen van een groeps
regeling.
Het College verklaart zich bereid in de brief aan het Voorzienings
fonds tot uiting te brengen, dat in de Raad in deze zin een suggestie
is gedaan.
Zonder hoofdulijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders, met inachtneming van deze
suggestie.
10HERZIENING REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE GEMEENTERAAD
De Heer WILLEKENS zegt naar aanleiding van de discussie van de
vorige keer over artikel 12 (over de mogelijkheid, dat er moeilijk
heden zouden kunnen komen wanneer een loco-burgemeester de verga
dering leidt), dat de taak van de Voorzitter is de vergadering te
leiden en het standpunt van Burgemeester enWethouders te vertolken.
Wijkt hij af, dan moeten de wethouders hem daarop attenderen. Hij
zegt het een uitgemaakte zaak te vinden, dat de gewraakte zinsnede
"behoudens de bevoegdheid van de Voorzitter om het woord te voeren,
zo dikwijls hem dat geraden voorkomt moet verdwijnen.
De VOORZITTER zou de positie van de Burgemeester willen vergelijken
met die van een minister. Beiden worden benoemd door de Kroon.
Nooit ziet men, dat een minister partij-politieke bedrijvigheid
ontplooit in de Staten-GeneraalBij een loco-burgemeester ligt dit
anders deze is noch benoemd door de Kroon, noch als zodanig be-
o digd. Meer dan een Burgemeester kan een loco gebonden zijn aan de
partij of fractie, waarvan hij deel uitmaakt. Moeilijkheden met de
toepassing van artikel 12 in zo'n geval moeten zoveel mogelijk voor
komen worden.
Wethouder WESTERTERP onderstreept nog eens, dat een goed werkende
bepaling niet geschrapt moet worden.
DeVOORZITTER laat hierna tot stemming overgaan.
Voor Jjet voorstel van de Commissie verklaren zich de leden
VAN GILS, AARTS, WILLEKENS en VERDAASDONK,
Tegen de leden WESTERTERP, OOMEN, ROPS, MEVR. DE KROM-DESCHEPPER,
VAN LOON, PIJNEN, VAN GESTEL en VAN RIJCKEVORSEL.
Het voorstel is dus vervirorpen met h tegen 8 stemmen.
11. 1e WIJZIGING LEGESVERORDENING 1966
De Heer PIJNEN vraagt, of de thans voorgestelde wijziging alleen
maar een bevoegdheid tot restitutie schept op de agenda staat