-3- NOTA VAN AANMERKINGEN GEMEENTEBEGROTING 196?: - 1 De Heer WILLEKENS zegt, niet te weten of Gedeputeerde Etaten de ge woonte hebben de raadsnotulen te lezen. Hij vindt het echter opvallend, dat zij attenderen op enkele punten, die ook door de Begrotingscommissie naar voren gebracht zijn. De Heer WILLEKENS zegt, dat hij gekant blijft tegen de aanstelling van de Commies en tegen de arbeiders onder nrs. 19 en 20 voorzien, 't Meest bevreemdt het hem echter, dat Burgemeester en Wethouders de on- derhoudsposten voor straten en wegen nog met ieder f ^000,willen ver lagen, nadat eerst al voor de verbetering van de Klein Wolfslaardreef een bedrag van f 18000,is aangewend. Hij vraagt zich af, of beide pos ten dan z6 veel te hoog geraamd zijn (samen f 5^000,dat ze voor het gewone onderhoud tot bijna de helft (f 5^000,- f 18000,- 2 x f ^OOC f 28000,kunnen worden teruggebracht. Hij zegt het voorstel tot ver laging van deze onderhoudsposten niet te kunnen steunen. De Heer VAN RIJCKEVORSEL zegt, het standpunt van de Heer Willekens gedeeltelijk te moeten steunen. Hij ondervindt, dat verschillende straten vrijdags niet geveegd v/orden; zelf heeft hij dit in 2 straten geconsta teerd. Gevolg is, dat de bev/oners het vuil van het trottoir afvegen, te gen de stoeprand. Hij zegt van mening te zijn, dat eerst hiervoor maar een oplossing moet worden gevonden, anders vreest hij, dat de gemeente een vervuilingsproces tegemoet gaat. Ook de Heer VAN GESTEL zegt, niet veel voor verlaging dezer posten te voelen. De Heer VAN GILS vraa.gt zich af, of hij het juist ziet, dat de ver harding van de Klein Wolf slaardreef is geschied uit de dienst 19^7 De Heer WILLEKENS licht hem in, dat f 11000,is betaald uit de dienst 1966, f 13000,— uit 1967. De sprekers beantwoordend, merkt de VOORZITTER in de eerste plaats op, dat Gedeputeerde Sts.ten de notulen ontvangen van de raadsvergadering, waarin de begroting wordt vastgesteld. Wat de post ''ambtenaren'1' betreft, de opmerking van Gedeputeerde Staten berust op een misverstand. Deze functie is er steeds geweest, is dus geen nieuwe functie. De zienswijze van het College ten deze is sinds de begrotingsbehandeling niet gewij zigd. Sn ten aanzien van de arbeiders onder nrs19 en 20 merkt de VOOR ZITTER op, dat beide werklieden beslist noodzakelijk zijn, wegens de steeds verder gaande uitbreiding der gemeente. Maar nu de zomer weer ter einde loopt, heeft het College gemeend tegen schrapping van de raming voor de werkman onder nr. 20 geen bezwaar te moeten maken, althans voor 1967. Voor 1968 zal deze raming echter weer op de ontwerp-begroting voo:,- komen. Met betrekking tot de voorgestelde verlaging van de onderhoudsramin gen merkt de voorzitter verder op, dat er vooral in de nieuwe ivijken maa ook elders straten zijn, die nodig herstraat moeten worden. De toestand van de ondergrond is daar soms zodanig, dat deze herstr&ting beter korte tijd kan worden uitgesteld, zodat over enkele maanden meteen een afdoenc herstel kan plaats hebben, Het College stelt niet graag verlaging voor, maar wil dit doen om aan het verzoek van Gedeputeerde Staten tegemoet te komen. t Ingaande op de vragen van de Heer van Rijckevorsel, zegt de VOOR ZITTER, dat op het ogenblik vooral moeilijkheden baren het ophalen var grof vuil, en het straatvegen. De moeilijkheden worden nog vergroot, das zich weer een ernstig ziektegeval heeft voorgedaan. Wethouder '7ESTERTERP merkt ten aanzien van de verlaging dé>.r onder houdsposten op, dat de verbetering van de Wolfslaardreef een aan^ienliü- ke besparing heeft opgeleverd op het anders toch noodzakelijke orc<3e*"houc van die weg. Nu het jaar' 1967 reeds vrij ver gevorderd is, moeten weer zeker risico durven nemen ten aanzien van de verlaging der onderhpuds'" posten. Het is niet zo, dat de ramingen te hoog waren; met eventuele oi2" verwachte tegenv llers moet tevoren rekening worden gehouden. Het Colleg beoogt dan ook geen afstel van onderhoud, maar slechts enige tijd uitste waardoor de dienst 1967 enigszins ontlast kan worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 79