- 2 -
Ik mag dan thans het woord richten tot de scheidende gemeentesecretaris.
Dat zal iets langer duren. Het is de gewoonte om bij het afscheid hier wat
meer aandacht aan te geven, dan de inzet van een periode. Ik kan mij voorstellen
geachte secretaris van Zwol, dat U toen U begon ook maar met enkele sobere
woorden bent ingeluid. Vandaag is dat anders, U gaat met pensioen. Nu is het
voor een buitenstaander geen belangwekkende geschiedenis dat U met pensioen
gaat. Het is een normaal verschijnsel in een mensenleven. Tenzij Wim Sonneveld
er alsnog een lied op maakt, schenkt daar in Purmerend en zelfs in Vinkeveen
niemand aandacht aan. Maar wijhier aanwezig, zijn geen buitenstaanders, wij
zijn alleen min of meer insiders, de leden van de raad op de eerste plaats en
ook degenen, die in grote getale hier aanwezig zijn, wij staan bij dit normale
verschijnsel in het mensenleven van de Heer van Zwol wel even stil en al
maken we er geen lied van, wij wijden wel enkele woorden aan wat daaraan voor
afging en wat wij het nu verder graag zouden zien worden.
En zelfs een korte bezinning toont ons dat er aan deze datum, en aan het feit
van met pensioen gaan, hldl wat is vooraf gegaan. Er is aan voorafgegaan een
zeer eervol actief mensenleven. Ik ga over de openbare kant en met name over de
ambtelijke daarvan enkele woorden zeggen.
Voor ik daar echter toe overga, een heel kort fantasietje vooraf.
Op 27 augustus 1904 is Gijsbertus Marinus van Zwol het leven begonnen.
"Gijsbertus Marinus van Zwol", een pracht combinatie van klank en ritme van
voor- en achternamen. Van iemand, die zulk een combinatie van namen draagt,
kan men zich voorstellen dat hij "rustig" en "beslist" in het leven "staat".
En wie de scheidende functionaris kent, zal beamen: in dit geval was het waar:
nomen sit omen. Tot aan de dag van zijn afscheid heeft Gijsbertus Marinus van
Zwol in zijn gemeentesecretarie "gestaan", zonder lawaai, zonder vertoon,
maar wel rustig en beslist.
De secretaris heeft zijn ambtelijke loopbaan ingeluid als volontair
ter secretarie van Waspik. Dat heeft hij bijna 4t jaar vol weten te houden
en na die 4ï jaar zogenaamde vrijwilligheid is hij per 11 januari 1927 als
adjunct-commies in dienst getreden van de gemeente Ginneken en Bavel. Hij is
dus vandaag bijna 43 jaren in actieve overheidsdienst,heeft bijna 3 jaren
langer pensioenpremie betaald dan vereist is voor een volledig pensioen en hij
kan zich dus meteen tot de weldoeners van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
rekenen.
Slechts korte tijd, te weten nog geen 1-g- jaar is de Heer van Zwol in dienst van
de gemeente Breda geweest. Hij was daartoe gedwongen door de omstandigheden
en wat kunnen in de Baronie die omstandigheden zijn geweest? Juist, geachte
aanwezigen, gij weet het evengoed als ik, die omstandigheden in de Baronie
kunnen geen andere wezen dan wéér een annexatie.
Ik zeg wéér een annexatie en terecht want secretaris van Zwol heeft in zijn
ambtelijke loopbaan 3 annexaties moeten ondergaan. Als er martelaren van de
annexatie waren zouden ze U St..mnexatius moeten noemen. Secretaris U hebt er
wel onder geleden maar U bent er niet onder gestorven.
Naast vele voortreffelijke lijnen van bestuur heeft een onzer nabuurgemeenten
sedert een halve eeuw de beleidslijn voor onvolwassenen gevolgd, te vatten
in de woorden: "Ik eet en word groot".
Nu moge dat een goede lijn voor jeugdigen zijn, voor volwassenen past beter:
"Ik werk saam en bloei uit". Dat is ook beslist het inzicht van secretaris
van Zwol, want niemand meer dan hij is geterroriseerd door annexatie, waarvan
hij een bepaalde stadsomvang eenmaal bereikt zijnde, de bestuurlijke on
volwassenheid beter kan peilen dan wie ook.
Ondertussen heeft de Heer van Zwol onder dubbel opzicht geluk gehad.
Zijn eerste geluk was dat hij door de annexatie niet zelf werd opgegeten,
want op 14 juni 1943 kwam hij terug in dienst van de gemeente Nieuw-Ginneken,
die de rechtstreekse erfgenaam was van Ginneken en Bavel.