- 3 - En hij kwam naar liefst terug als gemeentsecretaris. Dit moet een bijzonder gelukkige zaak geweest zijn voor de Heer van Zwol.Hij getuigt daar ook nog steeds dankbaar over. Om dat geluk te bestendigen moest ar echter nog iets andersgebeuren, iets dat een ieder raden kan, want het ligt voor de hand. Dat andere was, dat de gemeente Nieuw-Ginnekenook nog moest blijven bestaan.Of de Heer van Zwol het dubieuze van dat voortbestaan in 1943 heeft gezien, weet ik niet. In ieder geval, toen in 1960 Heusdenhout"vrijwillig werd afgestaan", kon het iedereen opvallen hoe keurig in moten voorgesneden ter annexatie de gehele gemeente Ni euw-Ginneken klaar lag. Nu moet men mij goed verstaan, ik neem bij dit alles voorbedachte rade niet aan. Als hoofd der politie heeft een burgemeester van een kleine gemeente, naar mijn mening, slechts een paar zeer elementaire taken. En één daarvan is: geen ongegronde achterdocht, maar wel de feiten nemen zoals ze zijn. Ik blijf dus uitdrukkelijk bij de feiten. En die waren z£ dat ik zeggen mag, dat de bestendiging van het geluk van de nieuwe secretaris, zij het onbedoeld, een zeer dubieuze zaak was! Nu, wij weten het thans allemaal, dat geluk is bestendigi, zowel voor de nu scheidende Gijsbertus Marinus van Zwol als - naar alle waarschijnlijkheid - voor zijn opvolger De gemeente Nieuw-Ginneken kreeg een nieuw bestuurlijk hart. En een goed hart i Goede wethouders, goede raadsleden, een uitstekende secretarie, een uitstekende dienst publieke werken, een prima huisvesting en dat alles verenigd door een geest, die best eens stootjes van tegenstellingen kon hebben Onnodig in dit gezelschap te zeggen, dat zoiets niet mogelijk is zonder een bekwaam man als secretaris. Gijsbertus Marinus van Zwol stond danook temidden van dit alles, rustig en beslist. De gemeente Nieuw-Ginneken kreeg weer krachtige sociale longen, de Schakel, Ulvenhouts Welzijn, Bavels Belang, het comité Galder-Strijbeek. En dat hart en longen het bloed door het verbrokkelde lichaam wisten te persen, kan een ieder zien wie zien wil. En mocht er iemand niet willen zien, dan zijn we nog in staat hem te leren kijken ook. Onze invaliditeit is voorbij! Ik ga nu niet detailleren, ik zeg alleen nog maar dat onze gemeente ook een nieuw gezicht kreeg en wel het enig juiste gezicht, dat vereist was om te blijven voortbestaan. Zeker, wij zijn er nog niet! Ulvenhout moet nog worden afgerond, maar verder is het daar bekeken. De ontwikkeling van Bavel is in volle gang en zal - dank zij een sterke Raad - waarschijnlijk wel niet worden gestuit. Na wat langer tijd zullen Galder en Strijbeek met behulp van de sterke broers, Ulvenhout en Bavel, een idylle worden aan onze zuidelijke grens. En wat de andere grens betreft, hoop en vertrouw ik, dat de woorden van Joost van den Vondel, in geheel ander verband geschreven, weer actueel zullen worden. Ik doel op het vers aan de tocht naar Chattam gewijd en wel op de woorden: "En Breda, van toon veranderd leerde zwichten voor dees kans van "niet onaardige glans". Het zal de romanticus en klassicus van Zwol zijn opgevallen, dat Vondel sprak van "onsterfelijke glans", maar hij zal van zijn burgemeester begrijpen, dat die kwalificatie hem toch wel al te zeer overtrokken voorkwam. Dit te meer omdat we nooit mogen vergeten, dat, hoezeer de eigen gemeentelijke activiteit ook mag worden geprezen, een flinke dosis geluk onmisbaar is voor goed resultaat. Bovendien, nu wij zo'n mooie gemeente als de onze reeds is en verder worden kan, hebben mogen bouwen, mogen wij niet bitter blijven over een verleden, dat niet mooier was dan het heden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 120