- 5 -
Daarbij ontbreekt immers de ervaring, nodig om met zo'n stuk om te gaan. Hij
meent, dat de tweede kraan wel langer mee zal gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten conform het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
13. 11e WIJZIGING VAN DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING VAN DE GEMEENTE NIEUW-
GINNEKEN:
Do VOORZITTER zegt, dat de gemeente het aanbrengen van automaten voor voor
behoedmiddelen buiten besloten ruimten kan verbieden. Het College heeft aan
vankelijk overwogen, voorshands géén bepalingen daaromtrent uit te vaardigen,
maar de ontwikkeling van de laatste tijd heeft het College van mening doen ver
anderen.
De Heer VAN RIJCK VORSEL merkt op, dat er al een plaats in de gemeente is, waar
ze binnenshuis verkrijgbaar zijn uit een automaat. De VOORZITTER beaamt dit, doch
voegt hier aan toe, dat de gemeente daar niets aan kan doen, omdat het een be
sloten ruimte betreft. MEVR.VAN OOSTEN-KORTING constateert, dat in cafe's en
winkels dus zulke automaten mogen worden opgehangen. Zij merkt verder op, dat
de landelijke overheid het niet nodig vindt automaten aan wegen te verbieden.
Ligt het dan op de weg van de gemeente, dit wél te doen In Scandinavië b.v.
is iedereen er zé aan gewend, dat men ze eenvoudig niet meer opmerkt.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Wet het aan de -prudentie van de gemeentebesturen
overlaat terzake een verbod uit te vaardigen.
MEVR.VAN OOSTEN-KORTING zegt sigaretten-automaten veel erger te vinden voor de
volksgezondheid. Met verkrijgbaarstelling van condooms daarentegen wordt over
bevolking tegengegaan.
Wethouder WESTERTERP zegt, dat de ratio van de verbodsbepaling is, dat men wil
voorkomen, dat mensen, die zich aan dergelijke dingen ergeren, er in het open
baar mede geconfronteerd worden. Vandaar het door de wetgever gemaakte onderscheid
tussen besloten en niet besloten ruimten.
De VOORZITTER is van mening, dat het niet nodig is, zulke automaten aan de
openbare weg aan te brengen en dat verondersteld mag worden dat vele burgers der
gemeente dit ook ongewenst achten. Wanneer MEVR.VAN OOSTEN-KORTING dan wijst op
de sigarettenautomaten, antwoordt de VOORZITTER, dat die aan de openbare weg
zeker wel nut hebben. Als men na winkelsluitingstijd een pakje sigaretten wil
kopen, dan lean men dat door gebruik te maken van automaten. De gemeentelijke
wetgever kan overigens geen algemene verbodsbepalingen voor sigaretten-automaten
in de gemeente treffen.
Nadat de VOORZITTER op een vraag van de Heer GEERTS, of de thans voorgestelde
verbodsbepaling ook verhindert het aan de huizen ten verkoop aanbieden van be
doelde artikelen, ontkennend heeft geantwoord, besluit de Raad zonder hoofdelijke
stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
MEVR.VAN OOSTEN-KORTING wil aantekening, dat zij geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
14. AGGLOMERATIE BREDA;
Wethouder WESTERTERP legt te dezen aanzien de volgende verklaring af
Reeds zijn bijna 4 maanden verlopen, sedert Breda op 6 november 1969 het
initiatief heeft genomen om te komen - op vrijwillige basis - tot een voorlopig
niet-geinstitutionaliseerd overleg in de Regio Breda. Slechts enkele gemeenten -
waaronder Nieuw-Ginneken - hebben tot nu toe voor zover bekend op dit initiatief
positief gereageerd.