-3- b.v. ambtenaren betreft, voor hun werkzaamheden hebben zij in de loop der jaren hun honorering ontvangen. De VOORZITTER antwoordt, dat de lintjesregen géén aflopende zaak is; wel wordt meer gedemocratiseerd bij de toekenning; iedere burger, van welke rang of stand ook, kan zo'n blijk van erkenning ontvangen. En de opmerking van de heer V/ILLEKENS t.a.v. de ambtenaren is het echte, oude, keiharde standpunt: men heeft er voor gewerkt, en is er voor be taald geworden. Maar de VOORZITTER onderstreept, dat er een groot ver schil is in de wijze, waarop men zijn werk kan doen. De een doet dit met veel meer liefde voor de zaak, dan de ander. De VOORZITTER meentj dat ook de overheid moet medewerken aan het kweken van echt menselijke verhou dingen. De heer WILLEKENS zegt, dat het natuurlijk zo is, dat zij, die vele verdiensten hebben verworven, wel een onderscheiding kunnen verkrijgen; dan is ongetwijfeld de goedkoopste manier, hen een erelegpenning toe te kennen. De VOORZITTER is het met de Heer '71LL EK ENS eens, dat een ereleg penning géén duur blijk van waardering is, doch wel een fraai blijk. Wethouder 17ESTERTERP onderstreept nog, dat een erelegpenning ook kan v/orden toegekend aan niet door de gemeente bezoldigde personen. De heer VAN GILS vindt de instelling van een erelegpenning min of meer aansluiten op de reeds bestaande mogelijkheid van het Ereburger schap De heer VERDAASDONK is van mening, dat er misschien wel personen zijn, die een erelegpenning op prijs stellen. Maar voor de gemeenschap spreekt het hem niet erg aan. In het oude raadhuis hingen in de Raads zaal de portretten van vroegere Burgemeesters. Je zag ze als voor gangers. Bij de Boerenleenbank zie je de namen van de bestuursleden vermeld, en die zie je dan in de geest voor je. Hij stelt de vraag, of de gemeente niet iets dergelijks kan doen ter herinnering aan ver dienstelijke burgers, b.v. ergens in het gemeentehuis. De VOORZITTER zegt, dit een heel goede gedachte te vinden. Maar iets dergelijks is er al. Van het verlenen van het Ereburgerschap en ook van het eventueel verlenen van een erelegpenning wordt immers aantekening gehouden in een speciaal register. 'Vellicht is het mogelijk, dit Ereboek op geschikte tijden in de hal van het gemeentehuis ter inzage te leggen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer 1VILLEKENS verlangt aantekening, dat hij geacht wil worden te hebben tegengestemd. 12. VERZOEK BESTUUR STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS BAVEL, TOT VERHOGING VAN HET AANTAL KLOK- UREN VAKONDERWIJS HANDWERKEN. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorgesteld. 13. 1e WIJZIGING BEGROTING GRONDBEDRIJF 1970: De heer WILLEKENS vraagt, of niet beter eerst agendapunt 1*f behandeld kan worden. De financiële consequenties, uit dat punt voortvloeiende, worden immers in de hier bedoelde begrotingswijziging opgenomen. De VOORZITTER zegt, er geen bezwaar tegen te hebben, dat de agendapunten 13 en gelijktijdig aan de orde komen, zodat nu ook behandeld wordt: 14. AANKOOP GRONDEN TEN BEHOEVE VAN DE UITVOERING VAN HET GEDEELTELIJK GOEDGEKEURDE BESTEMMINGSPLAN "PW ROOSBERG" VOOR DE UITBREIDING VAN BAVEL: De heer HALTERS zegt, bij dit punt het bestaande kippenhok gemist te hebben. Wat is daarvan de bedoeling? Dit hok verspreidt vaak geen al te beste lucht. De VOORZITTER antwoordt, dat dit een volgende keer aan de orde zal komen. Dit betreft nl. eigendom van Kriellaars. De heer VAN GILS merkt op, dat de heer Snijders voor een gedeelte van de grond 10,per m2 ontvangt. Is er bij de vorige grondaankoop geen rekening mee gehouden dat zijn gronden tot bouwterrein werden? Wethouder OOMEN antwoordt, dat er in de toekomst voor gezorgd zal worden, dat aan de buitenkant van een grondstuk géén straten meer worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 155