-A-
aangelegd. Indertijd, aldus de WETHOUDER, zijn we te zuinig geweest
met grondaankopen. De gemeente had toen het gehele perceel moeten ko
pen. Maar nu komen we er echt niet onder uit.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
15. BEGR0TINGSAAN17IJZIGINGEN DIENST 1970:
De Heer VAN GILS heeft gelezen, dat er urgentieverklaringen zijn
afgegeven voor uitbreiding van de Mariaschool en van de Rosmolenschool
met ieder één lokaal. Maar nu is de bedoeling aan laatstgenoemde
school deze beide lokalen te bouwen. Kan dat zo maar? Wethouder Y/ESTER
TERP antwoordt, dat de heer VAN GILS juist gezien heeft.
Het is echter economischer, de school aan de Mouterijstraat nu met 2
lokalen uit te breiden. De situatie bij de Mariaschool laat deze wij
ziging toe.
Ten aanzien van de uitbreiding van de kleuterschool Galder informeert
de Heer van GILS, waarom de centrale verwarming zo duur komt. Hierop
antwoordt de Heer ''/ESTERTERP, dat van de gelegenheid gebruik wordt ge
maakt, om nu ook in het eerste lokaal centrale verwarming te leggen.
De heer VAN GILS verzoekt dan, een dergelijke opzet in het vervolg
duidelijk op de agenda tot uiting te brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
16. AGGLOMERATIE BREDA:
Wethouder WESTERTERP herinnert er aan, dat de Raad twee maanden ge
leden zijn instemming betuigde met het voorstel van het College, een
brief te richten aan Gedeputeerde Staten, met het verzoek, aan te willen
geven, welke grenzen een gewenst geachte agglomeratie-samenwerking in
het gebied van Breda zou moeten hebben. Tot nu toe, aldus de WETHOUDER,
is op dit schrijven geen reactie ontvangen.
Wel is vandaag een brief van de gemeente Breda binnengekomen, waaruit
blijkt, dat met uitzondering van twee gemeenten, alle aangeschreven
gemeentebesturen accoord gaan met het door Breda voorgestane niet-gein-
stitutionaliseerde overleg.
Een eerste vergadering zal door Breda worden uitgeschreven, nadat de
nog hangende besprekingen met Etten-Leur en Oosterhout zijn afgelopen.
De Heer VAN GESTEL stelt de vraag, hoe lang de gemeenten rond Breda
nu al over samenwerking aan het praten zijn. En maar steeds gebeurt er
niets
Wethouder WESTERTERP antwoordt, dat het College van Burgemeester en
Wethouders van Nieuw-Ginneken zich bepaald zorgen maakt over de maar
niet van de grond komende samenwerking in de regio Breda. Hierdoor is
Breda feitelijk in de gehele provincie het enige gebied, dat ten aan
zien van de gewestvorming achtergebleven is.
De WETHOUDER herinnert er verder aan, dat reeds enkele jaren door het
College concrete voorstellen zijn gedaan om tot de vorming van een Stads
gewest te komen, gepaard gaande met afstand van bevoegdheden door de ge
meenten aan hogere organen, conform de regeling in het Stadsgewest
Eindhoven. Maar de ene keer vond de ene gemeente de basis te smal (Breda)
dan weer vonden andere gemeenten, dat zij niet bij de regio Breda be
hoorden.
Pas wanneer de optimale grenzen van de "regio Breda" zijn vastgesteld,
zal er naar het oordeel van de WETHOUDER vooruitgang kunnen worden ge
boekt
Overigens wil het College liever géén besloten club van overleg, doch
een overleg, dat werkelijk geinstitutionaliseerd is.
17. VRAGEN INGEVOLGE ARTIKEL 22 VAN HET REGLEMENT VAN ORDE:
Zodanige vragen zijn niet ingekomen.