OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN,
GEHOUDEN OP VRIJDAG 5 JUNI 1970, TE 20.00 UUR.
Tegenwoordig de Leden van de Raad:
A.J. BINK, J.H.GEERTS, A.J.J.VAN GESTEL, J.H. VAN GILS, J.C. HALTERS,
J.A. VAN LOON, H.A.M. OOMEN, J.J. ROPS, P.J. VAN RIJCKEVORSEL, J.C.VER
DAASDONK, DRS. TH.E. WESTERTERPEN IR. K.C.M. WILLEKENS.
Afwezig met kennisgeving: MEVR» VAN OOSTEN-KORTING,
VOORZITTER: DR. W.L.P.M. DE KORT
SECRETARIS: MR. DRS. TH. BOSSINK.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed, en stelt
vervolgens aan de orde:
1NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 2b APRIL 1970ï
Deze worden zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN:
Ten aanzien van het onder punt d. vermelde stuk (brief VARA inzake
niet-erkende inrichtingen voor geestelijk gehandicapte kinderen), in
formeert de heer WILLEKENS, of in deze gemeente zulke gevallen bekend
zijn. Uit de toelichting op de desbetreffende begrotingspost, zo zegt
hij, kan niet afgeleid worden, of de inrichtingen al dan niet erkend
zijn.
DE VOORZITTER antwoordt, dat op kinderen, geplaatst in erkende inrich
tingen, de Wet Bijzondere Ziektekosten van toepassing is. Betreft het
niet erkende inrichtingen, en heeft men niet voldoende middelen om de
kosten op te brangen, dan kan een beroep gedaan worden op de Bijstands
wet.
Wethouder WESTERTERP voegt hieraan toe, dat momenteel zich geên geval
len van plaatsing in een niet-erkende inrichting voordoen. Zou dit
veranderen, dan zal door het College ongetwijfeld een soepel beleid
worden toegepast, in de geest van hetgeen in het betreffende schrijven
wordt bedoeld.
De heer WILLEKENS zegt hiermede accoord te kunnen gaan.
De VOORZITTER deelt vervolgens mede, dat hedenmorgen zitting is ge
houden door het hoofdstembureau en het centraal stembureau. De uit
slag van de verkiezing is nu vastgesteld, en benoemdverklaring heeft
plaats gehad. Met het oog op het onderzoek der geloofsbrieven zal nu
een raadsvergadering worden gehouden op 17 juli.
De heer WILLEKENS zegt bezwaar tegen deze datum te hebben, daar ze mid
den in de vacantie valt. Hij zou de vergadering graag tot na de vacantie
willen uitstellen.
De SECRETARIS merkt dan op, dat het onderzoek der geloofsbrieven volgens
de wet moet plaats hebben vóór 10 augustus.
Op een vraag van de heer WILLEKENS, wat er gebeurt, wanneer niet tijdig
alle kennisgevingen van aanneming der benoeming enz. ontvangen zijn,
antwoordt de VOORZITTER, dat het nog nimmer is voorgekomen, dat dit
geval zich voordeed.
De heer WILLEKENS preciseert dan, dat het zou kunnen voorkomen, dat op
17 juli niet van alle Candidaten bericht is ontvangen, omdat een of
meer benoemd verklaarden hun benoeming niet aanvaarden.
De VOORZITTER antwoordt, dat dan over de toelating in een volgende ver
gadering beslist zal moeten worden. Soms kan zo'n procedure zelfs langer
duren, b.v. wanneer beroep op Gedeputeerde Staten en daarna op de
Kroon wordt ingesteld.
De heer WESTERTERP voegt hieraan nog toe, dat bij niet tijdige inzen
ding van de geloofsbrief men geacht wordt zijn benoeming niet aan te
nemen, waarna de volgende op de lijst benoemd wordt verklaard.