9. VOORBEREIDINGSBESLUIT INGEVOLGE ARTIKEL 21 VAN DE V/ET OP DE RUIMTELIJKE
ORDENING VOOR DE AANPASSING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "DE ROOSBERG" VOOR
DE UITBREIDING VAN BAVEL:
De VOORZITTER deelt mede, dat juist hedenmorgen een nota van de plano
loog binnengekomen is, waarin deze zijn inzichten weergeeft. Uiteraard
moet dit stuk nog bestudeerd worden.
Nadat de VOORZITTER op een vraag van de heer VAN GILS nog geantwoord
heeft, dat het reeds door Gedeputeerde Staten goedgekeurde gedeelte
ongewijzigd blijft, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, zoals
op de agenda voorgesteld.
10. VERHARDING GEDEELTE RIJSBERGSEBAAN
Op een vraag van de heer ÏÏILLEKENSof deze baan voorkwam op het bij
de vaststelling van de begroting overgelegde wegenplan, antwoordt wet
houder OOMEN ontkennend.
De heer ÏÏILLEKENS vraagt zich dan toch af, of de begroting dit wel heb
ben kan.
De WETHOUDER zegt, dat dit nu wordt voorgesteld, mede op verzoek en in
overleg met de gemeente Rijsbergen; overigens, zo zegt de WETHOUDER,
gebeurt dit uit de gewone dienst. De heer ÏÏILLEKENS zegt, er dan niets
meer van te begrijpen. Als het gewone dienst betreft, waarom dan een
speciaal crediet? De WETHOUDER geeft toe, dat hij zich vergist heeft:
inderdaad is het een kapitaals-object.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform het voorstel
van Burgemeester en ïïethouders.
11BIJDRAGE IN KOSTEN VOOR STUDIE RECREATIEGEBIED "DE GALDERSE MEREN"
In aansluiting op hetgeen op de agenda is vermeld, onderstreept de
VOORZITTER, dat het van Curema verwachte subsidie nog niet formeel toe
gezegd is. Wel worden de kansen op het ontvangen daarvan gunstig ge
acht.
De Besturen der samenwerkende gemeenten willen komen tot een kosten
verdeling op basis van het inwonertal. Ook Burgemeester en ïïethouders
van Nieuw-Ginneken vinden het van belang, dat er een Recreatieschap
komt, mits - zoals herhaaldelijk tot uitdrukking is gebracht - het plan
technisch en financieel een haalbare zaak is.
De heer ÏÏILLEKENS concludeert, dat dit bijdragen in de kosten der voor
studie dus nog niet betekent, dat de gemeente ook zal bijdragen in een
eventueel exploitatietekort.
De VOORZITTER antwoordt, dat de heer WILLEKENS het inderdaad formeel
juist ziet. Het College staat constructief tegenover de realisering van
het schap, maar straks zal eerst een investeringsplan op tafel moeten
komen, met een zo goed mogelijke raming van de uitkomsten der exploitat
De heer ÏÏILLEKENS vraagt vervolgens, of het College zich al beraden
heeft, in welke orde van grootte het bedrag zal liggen, dat de gemeente
dan jaarlijks zal moeten betalen. De VOORZITTER antwoordt, dat de voor
studie moet uitwijzen, welke investeringen en lasten te verwachten zijn
Momenteel ontbreekt hierin nog elk inzicht. De resultaten van de voor
studie zullen moeten worden afgewacht.
De heer ÏÏILLEKENS herhaalt zijn vraag, welk bedrag het de gemeente jaar
lijks zal gaan kosten.
De VOORZITTER zegt nogmaals, dat dit afhankelijk is van de resultaten
van de voorstudie. Over het bedrag hebben Burgemeester en ïïethouders
zich nog niet beraden en ook niet kunnen beraden. Bij de huidige stand
zou de begroting naar het oordeel van de VOORZITTER maximaal 20000,—
a 25000,kunnen dragen, maar de VOORZITTER herhaalt, dat nog niet
het minste inzicht bestaat in de exploitatie.