- 8 -
Breda verwacht een toename van het inwonertal vin de Moerdijk, maar die toe
name kan ook naar andere gemeenten vloeien, zoals RoosnedaalEtten, Zevenbergen.
In het verleden is al gebleken dat de "overflow" uit de Randstad eerder naar
Z.O.-Brabant raat (Eindhoven met name).
De WETHOUDER meent, dat toch wel enige voorzichtigheid geboden is, teneinde
al te starre toepassing van taakstellende cijfers te voorkomen.
Het plan, zo vervol ;t de WETHOUDER, zegt, dat Bavel beperkt kan uitbreiden,
net afronding in Zuid-Westelijke richting; voor Ulvenhout wordt geen uitbreiding
van formaat voorzien, wel afrondingen. Met beide gedachten kan men het eens zijn.
Maar Galder wordt aangemerkt als een "niet leefbare" kern. De groei van Galder
zal echter ongetwijfeld spanningen oproepen tussen prognoses en werkelijkheid.
Bij de toepassing van het streekplan zal men zeker met de ervaringscijfers
rekening moeten houden.
Voor 1 968 zijn de werkelijke "roei-cijfers Ulvenhout 6 fo
Gal der/s tri jbeek 4
Bavel 1 ,75 'f->
De WETHOUDER meent, dat ten onrechte Bavel en Galder in het plan te veel over
eén kam worden voschoren.
1 Verder zegt hij, dat naar zijn persoonlijke mening model C. beter zou zijn
geweest, dan het thans belichaamde ontwerp, (horizontale ontwikkeling, tegenover
nu een meer verticale ontwikkeling).
De VOORZITTER zegt, dat de Stuurgroep model C. heeft .gewild; Gedeputeerde
Staten echter hebben model B. genomen, net vele correcties uit C.
Harmonisch is dit niet .al te goed uitgevallen.
De VOORZITTER is van mening, dat men dit plan zal moeten hanteren als richtlijn,
en niet om de reële ontwikkeling te blokkeren. Hij zegt, daar overigens ook niet
bevreesd voor te zijn tegen de inzichten van de industriëlen, wat de meest
geschikte vestigingsplaats is, is geen planologisch verzet vol te houden.
Ook dit nuchtere feit lean wel eens te betreuren zijn 1 Maar in ieder geval
onderstreept dit het speculatieve element in het plan l
Wat de vraag van de Heer Willekens inzake de herindoling betreft, op zichzelf -
aldus de VOORZITTER - houdt het plan geen enkele bepaling over herindeling in.
Zou ten Oosten van rijksweg 27 een nieuw woongebied ontstaan, dan is er
theoretisch geen bezwaar tegen realisering daarvan door Nieuw-Ginneken.
Praktisch ligt dit echter wat anders.
Wat de herindeling van Breda met 3 randgemeenten betreft, do VOORZITTER ver
onderstelt, dat de plannen hiervoor practisch verzenöklaar liggen.
Deze Voorstudie gaat hieraan voorbij.
De Heer WILLEKENS constateert, dat het in dit plan talles Breda is, wat de klok
slaat. Het plan is taakstellend, en de industrie stoort zich er wellicht niet
aan. Maar hij vreest, dat men het taakstellende straks zal proberen te realiseren.
Hieruit zullen toch wel moeilijkheden kunnen voortvloeien.
De VOORZITTER herhaalt zijn mening, dat men kapitaalkrachtige industrieën toch
niet zal kunnen tegenhouden. Wat onze eigen gemeente betreft het plan wil een
snelle ontwikkeling van Bavel afremmen. Het College wil de ontwikkeling wel
harmonisch doen geschieden, maar in het plan zou toch een grote belemmering
kunnen zitten; zo zal ten Oosten van rijksweg 27 voorlopig niet gebouwd mogen
worden.
De Heer VAR LOON vraagt, of er te aider toch nog wel ruimte is voor de
autochtone bevolking Galder is bijna uit gebouwd. De VOORZITTER antwoordt, dat
er voor Galder een plan zou moeten komen voor ongeveer 80 woningen. Dit kan
wellicht aangepakt worden, wanneer dit streekplan aangenomen is.