Verder vraagt de Heer Willekens, of de Stichting hiervoor zal aankloppen bij de gemeente, dan wel, of het schoolbestuur dit zal doen. De VOORZITTER ant woordt, dat de Stichting zich tot op heden niet tot de gemeente heeft gewend uitgesloten is zo'n verzoek niet. Denkbaar is ook, dat de Stichting zich ter zake tot het schoolbestuur zal wenden. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, het gevraagde aanvullend subsidie te verlenen. 5. WIJZIGING VaN DE VERORDENING OP HET BEHEER VaN HET GRONDBEDRIJF Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorgesteld. 6. PERSONEELSZAKEN Ten aanzien van punt d. merkt de Heer VAN RIJCKEVORSEL op, dat het voor stel neerkomt op een minimum-uitkering van 110,Hij zegt, vernomen te hebben, dat andere gemeenten gaan tot 140,Hij is van mening, dat juist de mensen met de lagere inkomens een extra ruggesteun best kunnen gebruiken, en wil daarom voorstellen, het minimum te bepalen op 140,--. De VOORZITTER antwoordt, dat er verschil van mening bestaat tussen de regering en de meerderheid van het Centraal Georganiseerd Overleg. Een meerder heid wenst 140,voor iedereen, doch de regering wil daar niet aan. De VOORZITTER meent, dat ook de mensen met hogere inkomens behoefte hebben aan een duurtetoeslag. En juist zij ontvangen veel minder, door de zware belasting druk. Het voorstel der regering komt neer op een uitkering van 110,tot 260,Als gemeente kan men hiervan wel afwijken, en sommige besturen doen dat ook, maar het College heeft gemeend te moeten adviseren, de voorstellen van de regering over te nemen. De Heer VAN RIJCKEVORSEL meent, dat het verschil tussen de lagere inkomens en de hogere steeds groter wordt. Als 't mogelijk is, laten we dan van de rijksregeling afwijken I De VOORZITTER repliceert, dat - gemeten naar koopkracht - de afstand tussen de lagere salarissen en de hogere niet groter wordt. Hij illustreert zijn mening met een naar hij uitdrukkelijk vermeldt, simplistisch voorbeeld stel, dat or een loonsverhoging komt van 10J&, en dat de prijsstijging daarvan 6fo opeist; er resteert dan 4/'<, maar...... van het hogere inkomen gaat ongeveer de helft weg aan belasting (5^)« Netto resulteert voor hen dan een negatief re sultaat - Bij de lagere inkomens gaat veel minder weg aan belasting, gemiddeld 25^ van het hogere loon, in casu dus 2^. Dozen gaan er dus nog wél op vooruit (10£4 - 6°/o - 1-J De Heer GE1RTS zegt te hopen, dat de regering een zelfde standpunt zal in nemen ten aanzien van de gepensioneerden. Hij adviseert daarom, te handelen conform het regeringsbesluit. De Heer VAN GILS is het met de Heer van Rijckevorsel eens, dat 110,erg laag is. Er zijn ook bedragen genoemd van 125, Wethouder WESTERTERP, die zegt overigens wel sympathie te hebben voor het idee van de Heer van Rijckevorsel, meent, dat de moeilijkheid daarvan is, dat - wanneer men het bedrag voor do lagere inkomens verhoogt van 110,tot 140,-, men de bedragen voor de hogere inkomens zal moeten verlagen. Doet men dat niet, dan komt de dreiging van het vernietigingsrecht van de Kroon op doemen. C

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 59