Vorder zegt de VOORZITTER, dat de Inspecteur zelf het idee lanceert, de ver
nieuwing van de sets te doen geschieden in fasen. Het College, aldus de
VOORZITTER stelt daarom voor, het in 3 jaren te doen.
De Heer WILLEKENS zegt, zich af te vragen, of het niet gewenst is de diverse
onderwijspunten tesamen te bezien.
Er zijn er zoveel, dat het nodig zou kunnen zijn op een besluit terug te komen,
gezien de financiële consequenties van andere besluiten. Het name denkt hij
hierbij aan agendapunt 12 (vakonderwijs). Zou ton aanzien van de sets meteen
voor hot volle bedrag modewerking worden verleend, dus niet gefaseerd, dan
zou compensatie voor de meerkosten gevonden kunnen worden b.v. door het vak
onderwijs gdheel of ten dele te laten vallen.
Wethouder V/ESTERTERP merkt echter op, dat de opvattingen ten aanzien van do
leerlingonsets - juist gezien de ervaringen in het verleden - nog niet ge
stabiliseerd zijn. Wordt in fasen aan het verzoek van het schoolbestuur vol
daan, dan kan na 1 of 2 jaar worden nagegaan, of de thans beoogde sets werkelijk
aan de verwachtingen voldaan.
De VOORZITTER merkt op, dat desguwenst bij agendapunt 12 nog op en ander
kan worden teruggekomen.
Na deze discussie verenigt de Raad zich zonder hoofdelijke stemming net het
voorstel, op de agenda vermeld.
11 VERZOEK VAN HET BESTUUR VAN DE STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS HLnURüNTIUS-
PAROCHIE ULVENHOUT OH MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 72 DER LAGER ONDERWLJS-
WET 1920. TOT HET AANSCHAFFEN VAN LEER/ EN HULPMIDDELEN T.B.V. DE LAGERE
SCHOOL DE ROSMOLEN"
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel, op de agenda vermeld.
12. VERZOAKEN VAN HET BESTUUR VAN DE STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS H.LEUREN-
TIUSPLROCTIIE" ULVENHOUT EN HET K.."„ "KERKBESTUUR. Ba VEL OM INGEVOLGE ARTIKEL
1 o! bis DER LAGER ONDERWIJSWET 1 920 VAKLEERKRACHTEN VOOR HANDWERKEN TE
KUNNEN AANSTELLEN
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, overeenkomstig
het voorstel, op de agenda vermeld.
13. .11 o WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1969:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
14. 1e WIJZIGING- BEGROTING GRONDBEDRIJF 1969;
De Heer GEERTS informeert ten aanzien van de eertse post van 68000,
hoe groot de oppervlakte grond is, die de gemeente nog bezit.
Wethouder OOMEN zegt, dat hij dit zo niet lean zeggen. Dit zou nagevraagd
moeten worden bij Openbare Werken.
De VOORZITTER vermeldt nog, dat de goedkeuring van het plan Markdal II
thans spoedig te verwachten is (een zeer klein gedeelte uitgezonderd).
Naar aanleiding van een vraag van de Heer VAN GESTEL, of ook over het plan
voor Bavel al iets bekend is, antwoordt Wethouder OOMEN, dat de beslissing
vóór 23 september moet vallen. Zouden Gedeputeerde Staten dan géén beslissing
hebben genomen, dan wordt het besluit geacht te zijn goedgekeurd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorgesteld.