OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINBEKEN, GEHOUDEN OP
VRIJDAG 31 OKTOBER 1969, TE 21.- UUR.
Tegenwoordig de Leden van de Raad
A.J.BINK, A.J.J.VAN GESTEL, J.H.GEERTS, J.H.VAN GILS, J.C.HALTERS,
J.A. VAN LOON, H.A.M.OOMEN, J.J. ROPS, P.J.van RIJCKEVORSEL, J.C.VERDAASDONK,
DRS.Th.E.WESTERTERP, en IR.K.C.M.WILLEKENS.
Afwezig; het lid J.P.JANSEN (die zijn ontslag ingezonden heeft).
VOORZITTER DR.W.L.P.M. DE KORT.
SECRETARIS G.M.VAN ZWOL.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed, en stelt
vervolgens aan de orde
1NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 2 SEPTEMBER 1969:
Deze worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming ongewijzigd vast
gesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN;
Bij punt g. vraagt de Heer WILLEKENS, of uit de opmerkingen van Gedeputeerde
Staten is af te leiden, dat de Raad een plan heeft goedgekeurd, waarin
bepalingen zijn opgenomen die in strijd zijn met de Wet op de Ruimtelijke
Ordening of met andere voorschriften. Indien deze conclusie juist is, dan
wil hij het College verzoeken te voorkomen, dat in de toekomst opnieuw be
sluiten ter vaststelling worden aangeboden, terwijl ze bepalingen bevatten
in strijd met de wet.
Wethouder WESTERTERP antwoordt, dat het College bij het voorbereiden van zo'n
besluit moet varen op het kompas van de planoloog; dit neemt echter niet weg,
dat Burgemeester en Wethouders met de gemaakte opmerkingen rekening zullen
moeten houden.
De Heer WILLEKENS repliceert, dat hij Burgemeester en Wethouders toch ver
antwoordelijk acht voor het gedane voorstel. Wethouder WESTERTERP antwoordt
hierop, dat hij deze verantwoordelijkheid ook niet ontkend heeft, doch wel
gewezen heeft op de wijze van totstandkoming van het ontwerpbesluit.
De VOORZITTER merkt, hierop aansluitend, op, dat een bestemmingsplan zeer
zorgvuldig wordt voorbereid; reeds bij de opstelling wordt overleg gepleegd
met de planologische dienst, maar dit voorkomt niet, dat het onderzoek door
die dienst, na de vaststelling van het besluit, soms toch tot nieuwe op
merkingen leidt, die voorheen niet gemaakt werden.
Doch ongetwijfeld zal het College in de toekomst met de nu gemaakte be
merkingen rekening houden.
Ten aanzien van de onder a. en b. vermelde stukken (ontwerp-streekplan
resp.ontwerp-facetstreekplan natuurschoon- en recreatiegebieden) merkt
Wethouder WESTERTERP op, dat het College deze ontwerpen nog nader wil bezien;
in de volgende raadsvergadering zal hierop zo nodig worden teruggekomen.
Bij punt k. (motie inzake 8e medische faculteit), vraagt de Heer WILLEKENS,
of het nog zin heeft adhaesie te betuigen aan de motie van de gemeenteraad
van Bergen Op Zoom. WETHOUDER WESTERTERP antwoordt, dat dit inderdaad het
geval is de definitieve beslissing is nog niet genomen.