3. RSKENINGCOURANTOVEREENKOMST MET DE N.V. BANK VOOR NEDERLANDSCHE
GEMEENTEN VOOR 1970s
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten overeen
komstig het voorstel, op de agenda vermeld.
6. REKENINGCOURANTOVEREENKOMST MET DE BOERENLEENBANK TE GINNEKEN VOOR 1970:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel, op de agenda vermeld.
7. MACHTIGING TOT HET AESLIJITEN VAN KASGELDLENINGEN VOOR 1970:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
8. AANGAAN VASTE LENINGEN EN/OF KASGELDLENINGEN:
De Heer WILLEKENS vraagt zich af, waarom bij dit agendapunt opnieuw
sprake is van het sluiten van kasgeldleningen. Bij punt 7. is hiervoor
immers een machtigingsbesluit genomen
De VOORZITTER wijst er op, dat bij punt 8 sprake is van financiering van
kapitaalswerkenopnemen van langlopende leningen is daarvoor uiteraard
preferabel, maar het zou nodig kunnen zijn tijdelijk met kort geld te finan
cieren.
De Heer VAN GESTEL wijst er op, dat punt 7. ziet op het jaar 1970} bij punt
8. is sprake van aanbiedingen tussen de dag van déze raadsvergadering en die
van de volgende vergadering.
Wethouder WESTERTERP merkt op, dat het besluit om vaste leningen c.q. kas
geldleningen aan te gaan op de agenda voorkomt, teneinde voor het geval er
een aanbieding mocht komen om te voorzien in de financiering van een kapitaals
uitgaaf, onmiddellijk tot het sluiten van het contract te kunnen overgaan.
Overigens antwoordt hij op een vraag van de Heer WILLEKENS, of agendapunt
8 op de agenda's van volgende raadsvergaderingen niet meer voor zal komen,
dat dit wél het geval zal zijn; de noodzaak om voor kapitaalsuitgaven te
beschikken over vaste of tijdelijke financieringsmiddelen blijft immers
bestaan.
9. 4e WIJZIGING VAN DE VERORDENING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4. LID 1 DER
WINKELSLUITINGSWET 195*1 (HALVE DAGSLUITING)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
10. 2e WIJZIGING VAN DE SALARISVERORDENING 1969:
Op een vraag van de Heer WILLEKENS, of deze wijziging voor de gemeente
bode een verbetering betekent, antwoordt de Heer BOSSINK, dat dit inderdaad
het geval is. De huidige bode heeft officieel de rang van bode-concierge, en
kan dus het nieuwe (verhoogde) salaris genieten; dat deze mogelijkheid bestond,
was niet bekend. Het betekent een verbetering van de wedderegeling in ieder
geval vanaf 1 juli 1969.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda
voorgesteld.