21. 17e WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1969?
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel, op de agenda vermeld.
22. GARANTIE BEKTE EN AFLOSSING VAN EEN GELDLENING TER GROOTTE VAN 75.000.—.
AAN~TE" GAAN DOOR DE STICHTING GEMEENSCHAPSHUIS GRIJPER/STRIJBEEK.
De VOORZITTER zegt nog ter toelichting, dat het oorspronkelijke garantie-
besluit twee bezwaren heeft opgeleverd
1 de geldgever wilde de bevoegdheid hebben, per jaar op te zeggen;
2. het garantieplafond voor de provincie was overschreden.
Het eerste bezwaar is blijven bestaan. Ten aanzien van het tweede bezwaar
heeft een lid van Gedeputeerde Staten medegedeeld, dat een lening in de vorm
van een burgerzinlening nog wel mogelijkheden biedt. Hierop is overleg gepleegd
met de Stichting. Het Bestuur zal nu ook zelf de gymnastiektoestellen aan
schaffen, en inderdaad is het beter, dat deze toestellen door één instelling
beheerd worden. Het Stichtingsbestuur, aldus de VOORZITTER, heeft nog geen
geldgever gevonden, maar is wel met 2 instellingen in onderhandeling. Het
voorstel van Burgemeester en Wethouders is daarom, een zodanige lening te
garanderen, waarvan de voorwaarden voor Gedeputeerde Staten aanvaardbaar
zullen zijn.
Zonder hoofdelijke stemming kan de Raad zich hiermede verenigen.
23. 18e WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1969
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, MEVROUW
H.E.C.M.VAN OOSTEN - KORTING toe te laten als lid van de Raad.
25A.BIJDRaGE AAN DE B.B.A. WEGENS VERLENGING ROUTE LIJN 1'.
De VOORZITTER zegt, dat bij het College het idee is gerezen lijn 7 te laten
doorlopen tot in plan Pennendijlc, teneinde een betere service te verkrijgen
voor diverse inwoners van Ulvenhout.
De BBA, aldus de VOORZITTER, lijdt thans reeds een aanzienlijk verlies, en
dit zal groter worden door de geplande routeverlenging. De BBA vraagt een
bijdrage van 5.000,of zoveel minder als het tekort minder zal bedragen.
De Heer WILLEKENS merkt op, dat dit bedrag alleen geldt voor 1970; verder
schrijft de BBA, dat het huidige verlies goeddeels door Breda wordt gedragen.
Hij stelt de vraag, of de busverbinding met Ulvenhout indertijd is tot stand
gekomen op verzoek van het toenmalige College van Burgemeester en Wethouders,
dan wel of het idee toen is uitgegaan van de gemeente Breda.
De VOORZITTER antwoordt, dat regelmatig besprekingen worden gehouden tussen
de belanghebbenden bij het openbaar vervoer. Daarbij leefde alom de wens
(bij Breda, Nieuw-Ginneken, en de BBA), de lijn tot Ulvenhout uit te breiden.
Breda heeft tegenover de BBA duidelijk blijk gegeven van haar bereidheid, in de
onrendabele kosten bij te dragen.
Nd echter gaat het alleen om een grotere service voor de eigen inwoners.
De Heer WILLEKENS constateert, dat er blijkens de mededeling van de BBA op
lijn 7 een verlies geleden wordt; nu is de BBA een commerciële instelling per
lijn wordt nagegaan, of er winst dan wel verlies is.
De BBA stelt nu, dat door de verlenging van de route van lijn 7 het verlies
5.000,— groter zal worden, en wellicht nog meer.
