De VOORZITTER is van oordeel, dat de gemeente wel bereid zal zijn een diensten centrum te subsidiëren, doch dit is wat anders dan zelf oprichten. Op een vraag van de Heer GEfiRTS, wie Voorzitter van do maatschappelijke gezinszorg te Breda is, antwoordt de VOORZITTER, dat dit is de Heer Oomen, wethouder van Teteringen. De Heer GEERTS blijft van mening, dat de gemeente voor een en ander zou moeten zorgen. Hij zal vóór de eerstvolgende raadsvergadering onder overlegging van toelichtende stukken hiervoor suggesties proberen te doen. Met de opmerking van de VOORZITTER, dat het College graag bereid is waar mogelijk iets voor de bejaarden te doen, wordt de discussie hierover gesloten. De Heer HALTERS wil aandacht vragen voor de "brommende jeugd" op de Bavelse heide. Heeft de gemeente een terreintje voor hen, wanneer ze bij het voetbalveld wegmoeten Wethouder OOMEN antwoordt, dat daar een oefenterrein ligt voor de rijverenigingj ze ondervinden vaak last van de brommers. Het is voorgekomen, dat ze onder de ponnies door reden. Rijvereniging en ponnyclub ondervinden er schade van. Anderzijds zit de gemeente ook met het probleem van de ongeorganiseerde jeugd. Het College denkt aan een oplossing, waarbij de beschikbare dagen en avonden afwisselend aan de belanghebbenden worden toebedeeld. De Heer VAN GILS zegt, in het bezit te zijn van een copie van een klacht, die gericht is ón aan Burgemeester en Wethouders én aan de Raad, over de aanwezigheid van graskuilen in de nabijheid van de Lange Vore. Het bevreemdt hem, dat deze brief niet aan de Raad is overgelegd. Wethouder OOMEN antwoordt, dat hem niet bekend is, dat deze brief mede aan de Raad gericht is. Overigens kan de gemeente er niets aan doen. De betreffende landbouwer heeft een groot stuk weiland, en zou dus met zijn kuilen wel wat terug kunnen. Anderzijds is het daar een kinderrijke buurtde kinderen schijnen nogal veel op het weiland te spelen. De Heer VAN GILS zegt, dat een deskundige hem verteld heeft, dat er tegen de stank wel iets te doen is. Als betrokkene het zou doen uit een oogpunt van repressaille tegen de buurt, dan vindt hij toch wel een nare zaak. Wethouder OOMEN antwoordt, dat goede wil van beide kanten nodig is. Maar betrokkene heeft toegezegd, dat hij de kuilen volgend jaar verder terug zal leggen. De Heer BINK zegt, dat laatst op een Caritas-vergadering de klacht is geuit, dat de ruimte om mensen, die bijstand behoeven, op het gemeentehuis te ontvangen, niet zo best is. Iedereen kan ze zien zitten, en dat schrikt af om met de problemen te komen. Wethouder OOMEN is van moning, dat dit 't best opgelost kan worden door op een andere plaats te gaan zitten, b.v. op de Commissiekamer boven. Verder zegt de Heer BINK, dat er klachten zijn over de vervuiling van een sloot vanaf de kippenmesteri.j aan de AnneviUe-laan. De put daar is deze zomer nog niet geruimd, en de stank is verschrikkelijk. Wethouder OOMEN zegt, dat tegenwoordig geen bouwvergunning voor zo'n inrichting meer wordt af gegeven, wanneer geen gierput wordt aangelegd. Hij zegt toe, deze zaak te zullen laten nagaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 85