- 6 -
De Heer VAN KIJCKEVORSEL had niet gedacht, dat in een democratisch
land aan iemand het recht wordt ontnomen om het raadslidmaatschap
te vervulleno De Heer van der langen heeft 15w van de stemmen gehaald,
De wet zal zo wel zijn zoals door de voorzitter is uiteengezet, maar
15/£ van de bevolking zal hiermede niet gelukkig zijn.
De vragen in de Tweede Kamer, aldus spreker, zijn nog niet beantwoord.
Hij vraagt zich af waarom de minister deze niet direkt met ja of neen
heeft beantwoord. Hij gelooft, dat voorzichtigheid hier geboden is.
Vandaag heeft spreker in de Volkskrant gelezen, dat de gemeenteraad
van Terschelling een wachtmeester wel heeft toegelaten.
Hij vindt het moeilijk van de raad te vragen de wet na te komen.
Vaarom, zo zegt hij, van de overheid niet verlangd, dat het zich
duidelijk uitspreekt.
Over deze kwestie heeft de pers veel geschreven. In Dagblad De Stern
heeft de heer '..'esterterp, aldus spreker, gezegd, dat de leden van de
raad hen wel geloven. Hij vindt dit een smet voor de raadsleden.
Hij meent, dat de raadsleden het zelf voor het zeggen hebben.
De heer VAN GILS wil inhaken op het betoog van de heer van Rijckevorsel
Ilij vindt wel dat het betoog van de voorzitter duidelijk is, maar nu
tvree kamerleden hierover vragen stallen en als alles zo duidelijk is,
waarom antwoordt de minister dan niet direkt, aldus de heer van Gils.
Hij vraagt de voorzitter of deze veel werk heeft met zijn ambt van
hoofd van de plaatselijke politie.
Over de hele materie zijn bij hem dermate twijfels gerezen, dat hij wil
voorstellen betrokkene maar toe te laten en de overheid het dan maar
laten uitzoeken.
De heer GEERTS vindt, dat in deze kwestie geen persoonlijke motieven
aanwezig zijn. De raad is er in eerste instantie om de wet toe te
passen. Hiervoor moet men respect hebben. Hij staat dan ook volledig
achter de mening van het college van burgemeester en wethouders.
De heer BINK echter is van oordeel, dat de raad de heer van der
Sangen dient toe te laten. Naast dat iemand 15/j van de stemmen verwerft
is het toch ook van belang als iemand naast zijn werk zijn vrije tijd
wil besteden aan het algemeen belang.
De heer VAN GESTEL vraagt of, nu de voorzitter heeft gezegd dat men de
wettekst letterlijk mag toepassen, dit ook betekent dat deze moet
worden toegepast.
De VOORZITTER antwoordt hierop de sprekers. Hij zegt, dat hij een
gedeelte zal overlaten aan de heer 'Vesterterp, wiens naam hier ge
vallen is. Allereerst gaat hij in op de vraag waarom de Minister van
Binnenlandse Zaken nog niet heeft geantwoord. De VO RZITTER meent, dat
de Minister zeer verstandig zou hebben gedacht, dat niet hij, de
minister, maar de raad heeft te beslissen. Immers de minister komt
er helemaal niet aan te pas.
De voorzitter zou het betreuren indien de raad, tenzij de raad zou
zeggen, dat het college van burgemeester en wethouders geen gelijk
heeft, zich er met een jantje van leiden zou afmaken.
Overigens is de raad slechts de eerste instantie, die beslist. Ten
slotte zal de Kroon, gehoord de Raad van State, de eindbeslissing
hebben.
Over de kwestie Terschelling zal de minister niet antwoorden, aldus
de voorzitter, want de burgemeester van Terschelling gaat tegen het
raadsbesluit in beroep.