- 5 - Dit laatste, omdat er altijd een politiek verantwoordelijk beleid moet zijn voor wat betreft de handhaving van de openbare orde. Over een en ander zal door deskundigen in het kader van het Overleg Regio Breda een nota worden opgesteld. Verder is in het overleg van 1 9 augustus aan de orde geweest de kwestie van de wegverbindingen, en met name de Zekluza-route. Elke gemeente zal nagaan, of ook voor haar eigen gebied ten deze wensen leven, die voor de regio van belang zijn. Dan is uitvoerig gesproken over de al of niet openbaarheid van het Overleg. De Voorzitter van het Regio-Overleg, Burgemeester Kerckx, heeft aan de Colleges van B. en W.der betrokken gemeenten gevraagd, terzake hun gemotiveerd standpunt kenbaar te maken. Wethouder WESTERTERP kan namens het College mededelen, dat een onderscheid zou moeten worden gemaakt tussen toelating van raadsleden tot dit overleg, en toe lating van publiek en pers. Het College meent, dat in het prille stadium, waarin de besprekingen nog verkeren, met openbaarheid voorzichtigheid moet worden betracht. Waar Nieuw-Ginneken zoveel waarde hecht aan het van de grond komen van een geïnstitutionaliseerd overleg, moet toch wel tegen een te grote openbaarheid gewaakt worden. Wel is het College van mening, dat raadsleden van de deelnemende gemeenten als toehoorder zouden moeten worden toegelaten. De WETHOUDER herinnert er in dit verband aan, dat door Nieuw-Ginneken reeds in 1967 een ontwerpregeling voor een te vormen Staadsgexrest Breda is opgesteld. Breda vond toen de basi3 voor een samenwerking te smal. Een moeilijkheid t.a.v. de openbaarheid is nog, dat sommige gemeenten géén geïnstitutionaliseerd overleg wensen. Wel is overeengekomen - zoals in de vorige raadsvergadering reeds is medegedeeld - dat een institutionalisering zo veel mogelijk zou worden bevorderd. Een bepaalde termijn is hiervoor echter niet genoemd. Wethouder WESTERTERP wil daarom namens het College voorstellen, aan de Voorzitter van het Regio-overleg mede te delen, dat Nieuw-Ginneken geporteerd is voor de toelating van raadsleden tot het overleg, als toehoorders. Wélke raadsleden dit zouden moeten zijn, kan later door de Raad beslist worden. Wethouder WESTERTERP zegt verder, dat een brief is ingekomen van het nieuwe raadslid, de Heer M.MRTS, inzake een te formeren werkgroep van raadsleden uit Breda en directe randgemeenten. De WETHOUDER leest deze brief voor. Het College, zo vervolgt hij, heeft zich hierover beraden. Het verheugt het College, dat van onderaf een nieuw initiatief is geboren om in de regio Breda meer vaart te krijgen; ook is verheugend, gezien het recente verleden, dat raadsleden van Breda bij dit initiatief betrokken zijn. Toch wil het College enkele kanttekeningen maken: In de eerste plaats moet opgepast worden voor een doorkruising van het gemeen telijk overleg in de grote regio Breda. Het verdient geen aanbeveling, dat op verschillend niveau gesproken wordt over dezelfde kwesties. Het belangrijkste punt is evenwel de taak, die door de Heer .aarts zeer precies omschreven wordt, nl. "het primair gaan onderzoeken, of de als noodzaak erkende gebiedsuitbreiding van het stadslichaam Breda, op een andere manier is te realiseren dan volgens het voorgesteld grenswijzigingsplan Breda-Noord". De WETHOUDER benadrukt, dat in het verleden constante beleidslijn is geweest, niet betrokken te worden bij de grenswijziging van Breda. Hierbij past niet, dat nu een werkgroep, waarin ook raadsleden van Nieuw-Ginneken zouden zitting hebben, zou nagaan, welke andere vorm van grenswijziging op zijn plaats zou zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 61