Roosberg blijft de bebouwing er bovendien nog honderden meters vandaan.
De Heer PEGEL zegt, dat de gemeente gronden gaat bestemmen voor woning
bouw, maar tegelijkertijd maakt de gemeente die gronden onaantrekkelijk
voor toekomstige bewoners. Waarom verlegt men de grenzen van het agrarisch
gebied niet? Dit geldt ook ten aanzien van het plan Beekhoek.
De VOORZITTER merkt op, dat het karakter van de gemeente in het oog ge
houden moet worden. Ondanks de uitbreiding van de bebouwing, moeten we
toch het landelijk karakter behouden. Ook agrariërs moeten aan een weg
liggen, waar de nodige nutsvoorzieningen aanwezig zijn.
De heer DEKKERS zegt nog, dat straks gedetailleerd kan worden aangegeven,
wat nu feitelijke bebouwingsgebied is. Misschien wordt de Noordzijde van
de Roosbergseweg niet in de bebouwing betrokken. Het huidige plan is zó,
dat het de optimale ontwikkeling aangeeft voor de eerste 10 jaren. De be
zwaren van de Boerenbonden hebben er toe geleid, dat de aanvankelijk ge
plande uitbreiding van Bavel in Noord-Oostelijke richting achterwege is
gebleven.
De Heer PEGEL vraagt, waarom juist déze coorectie is aangebracht.
IR. RUIJS antivoordt, dat de agrarische belangen juist het grootst zijn
in het gedeelte, wat nu is vervallen. Dat deel speelt ook pas over een
veel langere termijn.
De heer VAN GESTEL zegt, dat dit wél klopt met de ruilverkaveling
Noord-Oostelijk Bavel is daar in opgenomen, Zuid-Oostelijk Bavel niet.
De heer VAN LOON zegt het eens te zijn met het voorgestelde plan. Ook
wat betreft de mogelijkheid, van het vereiste van 1 H.A. ontheffing te
verlenen tot -J H.A..
Overigens meent hij, dat de soep niet zo heet gegeten zal worden, als ze
wordt opgediend. En ook de "maten" kunnen wellicht soepel worden toege
past.
De Heer VERSTER, hierop inhakend, zegt, dat er nog een ontheffingsmoge
lijkheid is van 15 meter, d.i. 1/7.
Verder vraagt de heer VAN LOON, of in agrarisch gebied IV geen ontheffing
mogelijk is van het vereiste van 1 H.A. Is de bedoeling, dat deze opper
vlakte aaneengesloten moet zijn? De heer RUIJS antwoordt hierop bevestigen
De heer DEKKERS merkt nog op, dat langs wegen hoofdzakelijk agrarisch
gebied II ligt; de stroken zullen dus geen problemen op behoeven te le
veren.
De Heer VAN LOON meent verder, dat men voor de agrariërs nu niet moet
weren, wat misschien eerst na ettelijke jaren nodig wordt. Hij herhaalt,
dat hij als agrariër met het plan kan instemmen. Wat de stank betreft, is
hij van mening, dat kuilvoer wel eens stank kan veroorzaken, vooral bij
mistig weer. Maar anders valt het wel mee.
De Heer VAN GESTEL zegt, dat er nieuwe chemische middelen zijn, die de
reuk weg nemen.
De Heer VERKOOIJEN vindt, dat er geen stank behoeft te zijn, als b.v.
varkenskooien goed gelucht worden.
De heer VAN ALPHEN zou ook graag voor Galder een beperkte uitbreidings
mogelijkheid zien. Hij vindt het jammer, dat personen, die zich voor deze
kleine gemeenschap verdienstelijk hebben gemaakt, als ze gaan trouwen wel
verplicht zijn naar elders te verhuizen omdat er niet gebouwd mag worden,,
De VOORZITTER antwoordt, dat Gedeputeerde Staten geen uitbreiding van
Galder wensen.
De heer DEKKERS voegt hieraan toe, dat het streven van Burgemeester en
l'/ethouders wel op een bescheiden bestemmingsplan voor Galder gericht
blijft. Het plan Landelijk Gebied opent reeds een kleine mogelijkheid.
De VOORZITTER zegt, er van overtuigd te zijn, dat de gemeente het pleit
op de duur zal winnen.
De heer VERKOOIJEN wil namens de Boerenbond Ulvenhout zijn dank uitspreken
dat in dit plan in zo grote mate aan de bezwaren tegemoet gekomen is.
De Heren VAN GESTEL EN VAN LOON sluiten zich hierbij aan, namens de af
delingen Bavel en Galder/Strijbeek.
De heer PEGEL zegt nog een vraag te hebben, nl. welke wegen zijn er, om
het trace van de nieuwe provinciale weg -nog v'randerd te krijgen?