De heer RUIJS meent, dat ten deze Staatsbosbeheer een belangrijke mede speler zal kunnen zijn» Maar hij ziet hier in de eerste plaats een taak voor de gemeente zelf. De heer DEKKERS zegt, dit plan al een begin te vinden; in het raadsbe sluit zelf immers is een suggestie daaromtrent gedaan. De heer RUIJS merkt dan op, dat in het vastgestelde tracé van de rijks weg de aansluiting reeds vast is komen te staan; dat klopt niet met de in het raadsbesluit gedane suggesties. De heer VAN LOON geeft te kennen, dat hij als agrariër er niet blij mee is, dat de weg naar Baarle-Nassau over de Strijbeekseweg komt. Dit kost erg veel grond. De heer DEKKERS meent, dat dit plan misschien toch weer naar de Heistraat moet. Anders worden k boederijen afgesneden. De heer PEGEL vindt hiervan het bezwaar, dat het bos dan in tweeën ge splitst wordt. Met de opmerking van de VOORZITTER, dat ook automobilisten wel graag door een mooie omgeving rijden en men slechts kan pogen zo weinig mogelijk schade aan natuurschoon te berokkenen wordt de discussie hierover gesloten. Het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 1969" wordt hierna conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. VASTSTELLING GEMEENTEBEGROTING 1971, ALSMEDE VAN DE BEGROTING VOOR HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF VOOR 1971. VASTSTELLING BEDRAG PER LEERLING INGEVOLGE ARTIKEL 101 DER LAGER ONDER- WIJSWET 1920 VOOR DE SCHOLEN^S.L.O. VOOR HET JAAR 1971: De heer VAN OOSTERBOSCH merkt op, dat de begrotingscommissie er terecht op gewezen heeft, dat de bibliotheek veel geld gaat kosten. Burgemeester en Wethouders zijn van mening, dat het vroegere principe-besluit door broken wordt, wanneer het nu nodig geachte subsidie voor Bavel niet toe gekend wordt. Hij wil daarom voorstellen, het subsidie voor Bavel door gang te laten vinden, doch dan alleen voor de kinderen; ook het subsidie voor de bibliotheek te Ulvenhout zou dan beperkt moeten worden tot de jeugdafdeling. De heer VAN OOSTERBOSCH meent, dat de kosten hierdoor ongeveer voor de helft zouden dalen, en aan het principe-besluit wordt dan niet getornd» De VOORZITTER geeft in een algemene toelichting een uitvoerige uiteen zetting over wat het College bedoelt met het "ombuigen van beleid". Zijn allereerste ervaring als Burgemeester van Nieuw-Ginneken is geweest, dat men van Nieuw-Ginneken een homogene gemeente wilde maken, met alleen centrale voorzieningen. Burgemeester en Wethouders, en ook de Gemeente raad, hebben terecht getwijfeld aan de juistheid van dit plan» Wanneer men voor een gemeente met 3 kernen centrale voorzieningen wil treffen, begint men aan een ondankbare taak. Men kan ze b.v. in Ulvenhout leggen, maar daarmede dient men de andere kernen dan niet, Juist is wel, dat men in elke kern de beschikbare krachten tracht te ontwikkelen en dat het een op het andere moet wachten. Hadden we de heilloze weg van centrale voorzieningen bewandeld, dan zouden de tegenstellingen in de Raad zeer belemmerend hebben gewerkt voor een goede ontplooiing van de gemeente. Intussen was het welwillend oog van een naburige gemeente op Nieuw-Ginneken gevallen. De gemeente moest zich dus wel krachtig gaan ontwikkelen. In het aanvankelijke an nexatieplan waren ook Bavel en Ulvenhout opgenomen. Maar uitbreiding var Breda naar het Zuiden is niet gewenst. En de gemeente Nieuw-Ginneken HEEFT zich krachtig ontwikkeld. Het zoveel mogelijk gelijkmatig treffen van voorzieningen in de diverse gemeentedelen is dus een gezonde ge dachte geweest. Dit heeft ook geleid tot een krachtige samenwerking tus sen de gemeentedelen. Dit nu is de grote lijn geweest van het beleid van de afgelopen 10 jaren. Het vervult het College met zorg, dat men nu zou willen afwijken van deze lijn nu het om de bibliotheekvoorzieningen gaat»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 139